Vroeg op 5
EO

10-01-2021

  1. Nieuwschevron right
  2. 10-01-2021

Een programma met gospel-praise- en worshipmuziek en een overdenking van Jurjen ten Brinke, voorganger van de multiculturele kerk Hoop voor Noord in Amsterdam.

Playlist:

06.00 – 07.00

I need you America

In de morgen Sela

Sorry seems tob e the hardest word Elton John

Honest Kendall Payne

Precious memories Randy Travis

I will be your friend Amy Grant

Aan een zijden draad Ralph van Manen

Heaven’s just a prayer away Dolly Parton

Lean on me Bill Withers

Faithful Brooke Fraser

Gevoelsmens Martin Brand

Hundred more years Francesca Battistelli

When the savior reached down for me Johnny Cash

Lord I need you Oslo Gospel Choir

Peace and quiet times John Pattiucci


07.00 – 08.00

Savior like a sheperd Leigh Nash

Carry me The Sweet Comfort Band

Follow me Casting Crowns

Mystery of Grace Ginny Owens

You are the sunshine of my life Stevie Wonder

One more song for you Sandi Patty

Ik wens jou Trinity

Take me back Anointed

Stay with me Bebe & Cece Winans

Time to believe Clay Crosse

He was there all the time Wanda Jackson

In you we live Graham Kendrick

Toon mijn liefde Talitha Nawijn & Opwekking

Sweet hour of prayer John Catchings

Overdenking:

Mijn vader is aan het opruimen geslagen. Doet ‘ie goed, aangezien hij dit jaar met pensioen hoopt te gaan. Hij zal zeker niet stil gaan zitten, maar de grote hoeveelheid boeken en stencils en ordners in zijn werkkamer zijn toe aan een beoordeling: wat bewaar je wel en wat niet?
Op nieuwjaarsdag waren we bij mijn ouders. En ik kreeg een paar schriftjes van meer dan 30 jaar geleden. Gevonden tussen de spullen… Nou, altijd interessant (niet in het minst voor je eigen kinderen) om erachter te komen hoe je dacht en deed in de tijd dat je 9 en 10 jaar was.
Eén opstel raakte me. En – waarom niet – vandaag deel ik het met het grote publiek. Met u, met jou, gewaardeerde luisteraar…
De titel is: Als ik dokter ben. Nu heb ik nooit een verlangen gehad om dokter te worden, dus ik denk… dat het een opdracht van de juf was. Maak een opstel over ‘als ik dokter ben’. Het is geschreven in 1988. 33 jaar geleden.
“Als ik dokter ben hoop ik veel mensen te helpen. In Nederland zijn veel artsen en daarom ga ik dan in arme landen werken. Bij m’n tante. Ik zal ook heus wel eens op de bijbelschool lesgeven. Of naar gevangenissen gaan waar misschien mensen van de kerk gevangen zitten. Op een brommer door het oerwoud scheuren. Dat lijkt me best leuk. Door smalle paadjes waar aan de linker- en aan de rechterkant hoog gras en riet groeit. In de kerk zal ik ook wel eens spreken, met een vertaler naast me. Ik moet dan wel goed Engels leren zodat die vertaler me goed verstaan en het in het Nigeriaans tegen de mensen zegt.
Dit werk hoop ik later te doen.”
Tjonge. Zelfs nu ik het je vertel raakt het me.
Mijn weg is anders gelopen en toch ook niet. Wat is er veel uitgekomen van het verlangen dat God in mijn hart had gelegd, gevoed door een aantal familieleden die in de zending werkten. Ik schreef hen brieven. En kreeg foto’s terug. Of zag dia’s of een stukje film tijdens hun verlof. Bovendien smokkelden mijn ouders Bijbels naar het Oostblok, dus ik heb meerdere vakanties doorgebracht in een camper met dubbele bodem. Dat doet wat met je! Alsook met je eerbied voor het Woord van God.
Nu ben ik geen dokter geworden, maar wel tropisch landgebruik gaan studeren. Door ziekte van mijn lieve vrouw konden we vervolgens niet naar het buitenland, maar belandde ik in het asielzoekerswerk en daarna als voorganger in multicultureel Amsterdam. Ik ben geen brommer gaan rijden, maar wel motor, haha! En ja, ik zou ook heus wel eens op de bijbelschool lesgeven. Na mijn Hbo-theologie ben ik vooral in de praktijk gaan leren, maar ik mag jaarlijks lesgeven op de universiteit (de veredelde bijbelschool zeg maar) over ‘missionair kerk zijn’ of ‘missionair preken’. En in de kerk staat er regelmatig een vertaler naast me, niet om naar het Nigeriaans te vertalen (het zal je niet verbazen: daar werkte een tante), maar naar het Perzisch of Koerdisch. Ik ben mensen gaan bezoeken in de gevangenis.
Het kan verkeren. Je weg gaat anders… maar wat God in je hart gelegd heeft, dat blijft er. Ik realiseer me terdege dat de omstandigheden van het leven (o.a. liefdevolle, gelovige ouders) ertoe geleid hebben dat ik mag doen wat ik mag doen. Geleid door Gods Geest. Maar… even ietsje activistischer: het was ook nodig om stappen te zetten. Om te geloven dat dit, wat God gaf, ook navolging verdiende. Om van giften te gaan leven. Om luxe opzij te zetten. Om te gaan dóen. Dus: evangelisatiewerk. En reizen naar het buitenland, om te zien of het paste. Of het uitkwam. God leidde mijn weg van Afrika (waar ik zo van hield) naar Indonesië, het grootste moslimland ter wereld. En op het AZC kwam ik met name met Iraanse, Afghaanse en Koerdische moslims in contact. Dus groeide mijn liefde voor hen.
Waar gaat jouw hart van kloppen? Van ouderen, kinderen, gehandicapten, vluchtelingen, ondernemers, zakenlui, studenten, armen, rijken? Welk zaadje heeft God in je hart gelegd? Ben je een doener, of een bidder? En wat is er gebeurd waardoor het zaadje kon gaan bloeien, of is het bedekt geraakt onder een deken van zorgen en narigheid?
Vraag God vandaag eens om je te laten zien wat er (alsnog) mag ontkiemen, in Zijn Naam! En verwacht het van Hem.
Een mooie zondag gewenst.