Vroeg op 5
EO

Zondag 20 februari

foto: Shutterstock
  1. Nieuwschevron right
  2. Zondag 20 februari

Een programma met gospel-praise- en worshipmuziek. En deze week een meditatie van Elsbeth Gruteke.

06:00-07:00
Blowin' in the wind – Stevie Wonder
That's what friends are for - Dionne Warwick & Elton John & Gladys Knight & Stevie Wonder
Faithful One - Cliff Richard
Ken je mij - Trijntje Oosterhuis
You're the inspiration – Chicago
From a distance - Bette Midler
Hallelujah – Pentatonix
Land of hope and glory - Vera Lynn
De schaduw van de zonneschijn - Hans Vermeulen
No frontiers - Mary Black
Streets of London - Ralph McTell
Both sides now - Joni Mitchell
Songs of Praise – Husky
Big Yellow Taxi - Amy Grant

07:00-08:00

Lifeline - Stewart & Kyle
Only Your love - Margaret Becker
Peace of God - Chris Falson
Land van verlangen - Barbara Lok & Het Metropole Orkest
Rock of ages - BJ Thomas
Shelter me with love - Kim Boyce
The Coloring Song – Petra
How great Thou art - Susan Boyle
Wacht maar af - Matthijn Buwalda
I'm a believer - The Boones
Thank you for praying - Craig Phillips & Dean
God will take care of you - Ella Fitzgerald
Friend that lives in you - Jon Gibson
Jesus will still be there - Point of Grace

08:00-09:00

Vol ontzag - Opwekkingsband
Psalm 33: Zingt vrolijk, heft de stem naar boven - Gemengd Koor 'Comt nu met sangh'
Ik wandel in het licht met Jezus - Remco Hakkert & Centre Gospel Choir
Een toekomst vol van hoop - Jigdaljahu
Majesteit - Westlands Mannenkoor
Naast je Lopen – LEV
Ik zal er zijn – Sela
Ga niet alleen door ’t leven – Christelijke Gemengde Zangvereniging Jubilate Deo & Zuiderkoor
Dit is wie U bent - Christian Verwoerd
Ik bouw op U - Joke Buis
Daar is kracht in het bloed - Urker Mannen Dubbelkwartet
Heer, U bent altijd bij mij - Marcel & Lydia Zimmer
Ik wil altijd zijn waar U bent - Opwekkingskoor & Band

foto: eo.nl

Meditatie van Elsbeth Gruteke

Schriftlezing: Johannes 1, 19-34

Inleiding

Toen ik nog een jonge student was leerde ik een filosoof kennen, een jaar of 8 ouder dan ik. Een briljante jonge filosoof. Hij was toen bezig met zijn promotie en hield zich bezig met dingen die ik nauwelijks kon begrijpen. Het bijzondere was dat hij altijd geïnteresseerd was in wat ik te vertellen had. Als ik hem sprak vroeg hij naar waar ik mee bezig was in mijn studie en hij behandelde mij altijd alsof ik net zo’n briljante wetenschapper was als hijzelf. Maar dat was ik niet. We zijn bevriend gebleven. Inmiddels is hij hoogleraar aan de VU, haalt internationaal veel geld binnen voor onderzoek en wint af en toe een prijs een prestigieuze prijs. Er staan al heel wat boeken op zijn naam. En nog altijd als wij elkaar ontmoeten is zijn houding er één van interesse en gelijkwaardigheid. Hij schept ook nooit op over wat hij kan en wie hij is. Hij is een gelovig mens, hij ziet zijn werk als een gave die hij van God heeft gekregen. Iets om goed in te zetten, maar niet iets om jezelf voor op de borst te kloppen. Ik zou hem een voorbeeld willen noemen van iemand die nederig is. Er zijn meer mensen zoals hij. Jullie kennen ze vast ook wel. Ik moest ook denken aan de net overleden aartsbisschop Desmond Tutu. Een groot man die zich niet liet voorstaan op zijn positie maar er wel goed gebruik van maakte voor een beter Zuid-Afrika. Nelson Mandela, moeder Teresa, de paus zijn andere voorbeelden van nederigheid. Ook dichterbij huis zijn nederige mensen te vinden.

Nederigheid is in onze samenleving niet een eigenschap die hoog aangeschreven staat. Influencers, opiniemakers, politici, we roemen ze meestal niet vanwege hun nederigheid. Het is geen eigenschap waar je rubrieken over leest in tijdschriften, zo van ‘hoe word ik een nederig mens’ of ‘de tien stappen die je moet zetten om nederig te worden.’ Vaak wordt er ook een beetje op neergekeken. Nederig zijn, de andere hoger achten dan jezelf, niet voortdurend op je strepen gaan staan dat is toch meer de houding van de loser dan die van iemand die het gemaakt heeft in onze wereld. Ook onze kinderen en kleinkinderen stimuleren we meestal niet tot nederigheid maar we moedigen, bewust of onbewust, andere eigenschappen aan.

Terrorismedeskundige Beatrice de Graaf zei afgelopen december in een interview in het FD dit: 'Wat we zijn verleerd is wat ze in Duitsland Sekundär-tugenden, secundaire deugden, noemen: zelfbeheersing, fatsoen, beschaafdheid, discipline, orde. Dat vinden we hier hypocriet. Maar het zijn dit soort deugden die ervoor zorgen dat de samenleving blijft functioneren, en dat niet het recht van de grootste schreeuwer gaat gelden.' Nederigheid hoort ook bij die secundaire deugden.

Johannes

En dan ontmoeten we vandaag Johannes de Doper, de vleesgeworden nederigheid. Johannes zegt heel weinig over zichzelf. Hij plaatst zichzelf niet centraal, maar laat het licht op iemand anders vallen, op Jezus. Dat is een opvallende beweging. Johannes doet het heel anders dan wij gewend zijn. Als hij Insta had gehad hadden daar alleen foto’s van Jezus opgestaan, geen selfies. In zijn posts op FB had hij alleen maar over Jezus geschreven, nooit over zichzelf. Johannes doet in deze 15 verzen een reeks uitspraken over wie Jezus is. Het gaat bij Johannes niet om hemzelf maar over Jezus, over wie Jezus is heeft hij ons iets te vertellen. En dat doet hij niet alleen in dit gedeelte van de Bijbel, het is zijn houding in zijn hele leven. Johannes wijst naar Jezus en zo wordt hij ook vaak afgebeeld als wijzend naar Jezus.

De perikoop

Het gedeelte dat we net lazen speelt zich af op twee dagen af, in Bethanië. Op de eerste dag wordt Johannes de Doper ondervraagt door een groep mensen uit Jeruzalem. Blijkbaar is wat Johannes doet opgevallen in Jeruzalem. De deputatie van Schriftgeleerden, de dominees van die tijd, lijken op een niet onkritische manier, te willen weten wat er aan de hand is met Johannes. Dat blijkt uit de vragen die zij stellen: Wie bent u en waarom doopt u? Op de tweede dag ziet Johannes Jezus naar zich toe komen en vertelt hij wie Jezus is. De tweede dag zou je dag van de onthulling kunnen noemen.

Heb je wel eens de ervaring gehad dat je op een feestje bent, toen er nog feestjes waren, dat je met iemand praat en dat diegene in het hele gesprek alleen maar over zichzelf heeft gesproken zonder jou maar iets te vragen? Aan het einde van zo’n gesprek blijf je dan wat beduusd achter. Het is dan een behoorlijk eenzijdig gesprek, of eigenlijk helemaal geen gesprek maar een monoloog.

Johannes doet het omgekeerde, hij praat niet over zichzelf, hij spreekt uitsluitend over Jezus. Hij onthult wie Jezus is, hij tilt de doek die Jezus bedekt steeds hoger op, tot hij de doek er met een ruk aftrekt. Zoals bij de onthulling van een standbeeld. En dan mogen we kijken naar Jezus, we volgen de vinger van Johannes en zien naar wie hij wijst. Naar Jezus; het lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt, de zoon van God, degene die doopt met de Geest, op wie de Geest rust. Jezus, Hij was er al voordat de wereld begon, bij God, met God en nu hier, vlakbij Jeruzalem, in het aardse bestaan, een mens van vlees en bloed aanwezig en nabij. Wow! De identiteit van Jezus, de namen die hij heeft gekregen zullen in het vervolg van het Evangelie worden uitgewerkt. Jezus’ identiteit als Gods zoon brengt Hem naar het kruis, de relatie tussen God en de mensen, tussen God en de wereld wordt door Hem hersteld en geheeld. Jezus blijft zichzelf tot het uiterste toe zichzelf geven, tot de dood aan het kruis. Uit liefde gaat Hij de weg van de nederigheid tot in de dood, dwars door de dood heen. Johannes is daar de getuige van, dat is zijn rol, getuige zijn van het licht. Dat getuige zijn brengt hem trouwens, net als zijn geliefde neef, naar de dood. Later zullen we lezen hoe Johannes op gruwelijke wijze om het leven komt. Zijn hoofd op een schotel. Het zal Jezus zeer bedroeven.

Slot

Van zichzelf afwijzen, zichzelf niet in het centrum plaatsen, dat is wat Johannes de Doper doet. Nederig is hij, dienstbaar aan wat God van hem vraagt. En vanuit die positie kan hij gaan zien wie Jezus is, er wordt aan Johannes onthuld hoe God, in Jezus, naar de wereld toekomt om haar te redden. Jezus, de Zoon van God, de mensenzoon, in Hem komen de volheid van de hemel en het verlangen, en de nood van de wereld samen.

Jezus is getuige van Gods liefde en trouw, getuige van de vader, Johannes is getuige van Jezus, getuige van het licht. Wij als kerk, als je daar bij hoort, en ieder van ons als gelovige, mogen dat ook zijn; getuigen in woord en daad van de zoon van God. Dat te beseffen, dat stemt tot nederigheid en tot een grote en diepe vreugde.