Zondag 22 september 2019

  1. Nieuwschevron right
  2. Zondag 22 september 2019

Het uitgangspunt dat het altijd om de ander gaat en niet om jezelf, loopt als een soort van rode draad door het leven van Willemke Wieringa uit Wierden.

‘Het gaat niet om mij’

Familie en gezin zijn enorm belangrijk voor Willemke, want zegt ze; ‘Willen we een sterke maatschappij hebben, moeten we sterke gezinnen hebben… die zijn de basis!” Overigens trekt Willemke het begrip familie breder dan gezin en bloedverwanten; ook de kerkgemeenschap hoort daarbij. En het is haar ervaring dat als je trouw bent in een kerkelijke gemeente, die gemeente veel terug te geven heeft.

In de hervormde Dorpskerk, vertelt Willemke waarom ze catechisatie aan mensen met een verstandelijke beperking geeft, columns schrijft over relaties en geloven en waarom ze koos voor een preek van dominee Thomas Smink … Een preek naar aanleiding van de tekst uit Efeze 1: Wees dan navolgers van God, als geliefde kinderen en wandel in de liefde, zoals ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven.

In ‘Zin, Zout & Zegen’ gaat presentator Yvonne Sprunken deze zondag van 19.00 – 20.00 uur met Willemke Wieringa mee naar de Dorpskerk in Wierden.

Zin, Zout & Zegen is een reis door Nederland met aandacht voor authentieke geloofsverhalen en de rol van ‘geloof’ in het dagelijks leven.


Een column van Willemke Wieringa:

Linke soep

Laatst op een zondag gebeurde het zomaar. We vierden twee verjaardagen en de geboorte van een baby. Dik feest. Met veel kinderen, veel zonnigheid, veel vrolijkheid. Maar helaas… ook een soepzootje.

Mijn kinderen hebben mijn groentesoep geadopteerd. Niemand maakt die lekkerder dan ik. Zeggen ze. Tja. De nasi goreng van mijn moeder en haar rijst met smoor waren ook de lekkerste ter wereld, ongeëvenaard. Stiekem vind ik dat nog. Het is de geur van thuis.

Loesje zegt dat zo: ‘Als ik ziek ben, krijg ik van m’n moeder de zorgtoeslag in kopjes soep.’ En Godfried Bomans wist het in zijn tijd ook al: ‘Met soep zijn zorgen draaglijker dan zonder.’ Loesje en Godfried hebben groot gelijk. Dat warme, dat pittige, dat vloeibare en gemakkelijke van soep eten, heeft iets. Er zit liefde in. Je knapt er van op.

Dus komt er bij elk groot feest in onze familiekring een reuzenpan soep à la Willemke op tafel. Echte retrosoep. Met gehaktballetjes, veel verse kruiden en soepgroenten. En bouillon die ouderwets lang getrokken is van een stuk of wat schenkels. Niet moeilijk, maar veel werk. Gelukkig had ik daar de hele zaterdag voor.

Die dag doe ik alles tegelijk, werken achter mijn computer, een oogje houden op twee kleinzonen, opruimen en heen en weer rennen, ach u kent dat wel. En tussendoor de soep. Na een paar uur geurt het hele huis. Kinderen en kleinkinderen die langskomen kijken verlekkerd naar de pan.

“Mogen wij soep oma?” bedelen de jongetjes ’s avonds, moe van spel en buitenlucht. Natuurlijk mag dat, er is genoeg. Na afloop van de maaltijd check ik de pan toch nog maar even. Oeps. Zou het wel genoeg zijn? Weet je wat, er is nog gehakt en soepgroente over, ik ga weer aan de slag. Vannacht kan de smaak lekker doortrekken.

De volgende morgen na kerktijd gaan we nog even thuis langs om de pan op te halen voor we ons in het feestgedruis storten. Ik licht het deksel op. Nee… nee… Die geur. Die laag drab. Dit kan toch niet. Mijn heerlijke soep. Ik proef… Zuur. Wat een soepzooi.

Hoe kan dit? Heb ik mijn handen wel gewassen? Lag het gehakt te lang buiten de koelkast? Scheen de zon te fel op mijn aanrecht? Was het iets in de broeierige atmosfeer? Hoe dan ook, mijn soep is bedorven.

Het lijkt het leven wel. Soms gebeuren dingen zomaar, je snapt niets van het hoe, wat en waarom. Je hele bestaan staat op de kop, smaakt naar zure soep. En o, wat wijzen we dan gemakkelijk naar God als de grote Schuldige.

Gelukkig smaakten de taart en broodjes kroket op het feest extra prima. Geen zoet zonder zuur, toch?


*Verscheen eerder in: Maandblad Reveil en Gezamenlijk Zondagsblad voor Drenthe, Overijssel en Flevoland








Zin, Zout en Zegen