Niet Zonder Ons
KRO-NCRV

Ninke Overbeek- Als we de geschiedenis dan toch in dagen moeten tellen

  1. Nieuwschevron right
  2. Ninke Overbeek- Als we de geschiedenis dan toch in dagen moeten tellen

Voor onze rubriek 'Niet zonder ons" schreef Ninke Overbeek dit prachtige gedicht over deze rare tijd.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Als we de geschiedenis dan toch in dagen moeten tellen

Dag 7

Verder naar binnen keren.Alle bewustzijnslagen.

In de eerste laag; tegels, cement ertussen. In de middelste laag mist, flauw slapen.

Dieper naar binnen; wezens, schedels; de ongrijpbaren

Omhelzingen, aanraking moeten missen, heel lang.

Zeg, als ik morgen aan je denk om drie uur ‘s middags aan de keukentafel, stuur dan een bericht in gedachten van: ja, wederzijds. Ik ook aan jou.

Hartstikke dronken moeten we worden. Laveloos, dansend, zingend, gillend.

Als dit nog maanden duurt staat de halve stad straks masturberend voor het raam.

Als we eindelijk weer de straat op gaan, seksfeesten in de parken

De geschiedenis herhaalt zich.

Onze kinderen zullen denken dat ze het zich herinneren

Ze zullen denken dat we gek waren en dat zij het allemaal héél anders hadden gedaan.

Ze zullen vragen, oma, maar wat áten jullie dan. Avocado’s, zullen we zeggen. Zalm. En dan bonen uit blik en dan wodka aangelengd met ongezuiverd water en dan bessen uit het bos en dan wormen uit de grond en grond en bladeren en dan eet de grond de bladeren en ons en wordt de aarde wat wij door de tijd vergaten.

Hoog daarboven de vogels, de wolken, de gewassen, de rivieren, de maden.


Dag 11.

Behalve misschien die ene maanreiziger van 88 die de aarde achter de maan op heeft zien komen. Die is misschien gewoon van ouderdom gestorven.


Dag 13.

Ik ontmoet je als het donker is. Een klein tuintje in de nacht waar ik, op een piepklein lapje grond, een vierkante meter, hoogstens, neerkniel en zaden plant in zeer onvruchtbare grond.

Ik was op je stoel gaan zitten.

Er werd niet gelachen om de grap die ik maakte en ik wist niet of ik welkom was, omdat ik daar altijd aan twijfel.

Het was moeilijk om weer met iedereen te praten en het werd later.

Oefenen in loslaten.

Elke ochtend opstaan, douchen, haren wassen en even naar buiten gaan.

Ik rook elke avond, zodat ik het hoesten in de ochtend daaraan kan wijten

Is schrijver zijn dan toch een vorm van onvolwassenheid?

Nee.

Een kastanjeboom die eindelijk haar volle ruimte inneemt.

Er zitten vaak bomen in de woorden

Ik denk omdat zij ook stromen, zoals we zelf door de dagen heen vermeerderen en verminderen

We bewegen niet, we verschuiven alleen en worden ouder

We kunnen verhuizen, maar dat verandert niets, er is geen tijd

Een slecht afgestelde metronoom, die naast het ritme van onze lijven, onze ademhaling loopt

De beweging die we allemaal samen met elkaar maken, dat is de echte tijd


In de ziekenhuizen is de lucht scherper

Hectisch werken is als dansen

Ook thuis zouden we dus moeten dansen

Zittend, schuivend meedeinen om de schokgolven in het epicentrum rond de allerzieksten op te kunnen vangen.

Ik krijg die Italiaanse kerk vol kisten niet uit m’n hoofd

We zijn nog steeds geneigd in crisistijd naar de mannen te luisteren en de andere mensen om ons heen te vergeten

De afschuwelijke berichten die ik las in Trouw over de Afghanen die doodvriezen in de bergen tussen Irak en Turkije

Ik had nog niet eerder een uitgevreten schedel in het nieuws gelezen.

Wij zitten in onze huizen en kijken films, liggen in bed, werken thuis.

We zullen licht zijn.

Ik zal je bellen, in je gerimpelde kamer, waar gedachten aan wereldoorlogen aan het behang plakken

We zullen het over wodka hebben en pruimen en perziken. We zullen praten met onze ogen, we zullen een nieuwe wereld bedenken. We komen weer samen en dan zwemmen we in de lentebloesem.

Gisteren was het leven zwaar, maar vandaag!

Oh! Vandaag.