Niet Zonder Ons
KRO-NCRV

Tangovirus - Sarah Oortgijs

  1. Nieuwschevron right
  2. Tangovirus - Sarah Oortgijs

Voor onze rubriek Niet Zonder Ons schreef Sarah Oortgijs dit stuk over haar liefde voor de tango.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Luister hier naar haar bijdrage in Volgspot

Tangovirus door Sarah Oortgijs

Tangovirus

Mijn lach blijft steken in een ongemakkelijke grimas, op het moment dat de omvang van de Coronacrisis tot mij door begint te dringen. Als een paar weken terug een tangodanseres op facebook schrijft : ‘To anyone still thinking it’s “just a flu”: we thought tango was “just a dance”, too.’

Niet voor niets wordt binnen de wereld van de Argentijnse tango gesproken over het ‘tangovirus’, dat zich sinds het einde van de 19e eeuw vanuit Buenos Aires wereldwijd verspreid heeft en je zo bij de kladden kan grijpen dat het in alle facetten van je leven doordringt. Net als het Coronavirus sluipt het geniepig je bestaan binnen, met het niet mis te verstane verschil dat van Corona te hopen valt dat het zo snel mogelijk weer van de aardbol verdwijnt.

Het begon quasi onschuldig. Na een projectdag op de faculteit waar ik studeerde liep ik achter twee docenten aan door het theatercafé, de kortste route naar buiten. Er werd tango gedanst en de twee docenten – een koppel – vielen elkaar halverwege twee stappen plotseling in de armen en dansten zo weg, in innige omhelzing. Een verstilde wereld binnen een wereld, waar ze na een paar dansjes weer nonchalant uitstapten om een biertje te drinken.

Hoewel ik watertandend langs de kant had gestaan, zou het nog jaren duren voordat ik mijn eerste tangopassen zette, laat staan over tango ging schrijven, op tangovakanties ging, de tango adoreerde en bij tijd en wijle vervloekte. En nog langer voordat ik tijdelijk genas; tot het tangovirus onvermijdelijk weer de kop opstak, deze afgelopen maanden waarin het niet leek te stoppen met regenen, heviger dan ooit.

In Amsterdam kun je praktisch elke avond dansen, maar met liefde reisde ik een uur om voor die ene fijne danspartner. Aangekomen bij de tangosalon dook ik in mijn parka en kaplaarzen de WC in, om weer naar buiten te komen met blote benen boven hakken, met los haar en tangokoorts in mijn ogen. Ogen die de ruimte scannen: wie is er / is híj er / begroetingen / plaatsnemen aan de rand van de dansvloer / kijken / een knikje / ik sta weer op / we vinden elkaar halverwege de ruimte / een lach / een vluchtige zoen / in afwachting van de muziek / bij de eerste noten mijn rechterhand die in zijn linkerhand glijdt / het licht naar elkaar overhellen van onze bovenlichamen / zijn rechterhand die om mijn rug schuift / mijn arm rond zijn schouder / mijn wang tegen zijn wang / het wiegen in de omhelzing / in het aftasten van de muziek en wie waar is / op welke voet / chest to chest / close embrace / die verstilde ruimte betredend waarin we één ademend organisme lijken te worden / een wereld binnen een wereld / een zomer binnen een verregende winter. En dan moet het dansen nog beginnen…

Tango is een intieme improvisatiedans. De leider geeft vanuit de borst de richting aan, na elke pas kunnen alle mogelijke variaties volgen. De volger – vaak dansend met gesloten ogen – kan wanneer er goede afstemming is, ook figuren dansen die nooit aangeleerd zijn, omdat ze organisch volgen vanuit de leidende beweging. Tango dansen vraagt zowel overgave als creatiekracht. Ik vermoed dat het die ultieme combinatie van intimiteit en vrijheid is, die de dans zo verslavend maakt. Maar slechts met een enkeling is er zo’n connectie dat het dansen als vanzelf gaat en het voelt alsof je vleugels krijgt, moeilijk anders te omschrijven dan in dit soort clichématige metaforen.


‘Een dansje met jou en mijn winterdepressie is verleden tijd’, schmier ik naar mijn favoriete danspartner. En als de milonga’s in de aanloop van de Coronacrisis steeds stiller worden ginnegap ik dat het me het veiligst lijkt als hij alleen nog maar met mij danst. Dat doet hij en als de dj een extra variatie draait op La Cumparsita – volgens de traditie het laatste nummer dat op een tangoavond gedraaid wordt – beseffen we nog niet dat dit voorlopig ons laatste shot of tango zal zijn.

De Coronamaatregelen gaan in en ik hoor alleen nog tangomuziek als ik de hond uitlaat. Het water is weer waar ik het graag heb, in het haventje aan de voet van het nu verlaten terras. De grond is droog en dansbaar. In het maanlicht zet ik een paar tangopassen, zwaai een been de lucht in op de klanken van Milonga Triste . Het is de eerste lente ooit waarin ik heimelijk terugverlang naar de nattigheid en kou van nog niet eens zo lang geleden, toen ik nog die warme, innige omhelzing van de tango in kon stappen. Als ik opkijk zie ik een silhouet achter een raam staan. Die zal wel denken ‘daar heb je weer zo’n ‘Corona-gek’. Nee, wil ik zeggen, dit is gelukkig een milder virus…


8 april 2020
Sarah Oortgijs