Groot Nieuws
EO

29 mrt: Het ruwhouten kruis

foto: EO
  1. Nieuwschevron right
  2. 29 mrt: Het ruwhouten kruis

Op deze vijfde lijdenszondag verzorgt EO-presentator Andries Knevel de meditatie. Het thema is: Het ruwhouten kruis. De twee bijbelgedeeltes zijn 1 Petrus 2 vers 21-24 en Kolosse 2 vers 13-15.

foto: EO

Groot Nieuws

Muziekgegevens

1) Psalm 66: Juich aarde, juich met blijde galmen, Ned. Herv. Bundel

2) Geprezen zij de Heer, Opwekking 44

3) O liefde Gods, oneindig groot, Joh. De Heer 571

4) Het ruwhouten kruis, Joh. De Heer 836

5) Als ik in gedachten sta, Ned. Herv. Bundel gez. 46

6) Mijn Verlosser hangt aan ‘t kruis, Ned. Herv. Bundel 45

7) O, hoofd, bedekt met wonden, Ned. Herv. Bundel 32

8) Psalm 6: vergeef mij al mijn zonden, geen bundel

9) Ere zij aan God de Vader, LvdK 255

10) Jezus ga ons voor, Joh. De Heer 650

11) Ere zij aan God de Vader, LvdK 255

Meditatie

In heb zo het gevoel dat in steeds meer huizen van evangelische en reformatorische snit er een houten kruisje hangt. Ook in ons huis. Niet groot, maar wel op een prominente plek. Als ik foto’s zie van christelijke huisgezinnen, dan valt het me ook op. Ergens hangt een kruis aan de muur. En dan meestal van hout. Dat was onder ons, om het zo te zeggen, niet gebruikelijk. Een kruis was een beetje rooms, zeker als er nog een Christusfiguur aan hing. Dat laatste zie ik in protestantse kring nooit. Het kruis is kaal. Ook de grote kruizen die ik tegenwoordig in protestantse kerken tegenkom.

Een paar jaar geleden bezocht ik, voor mijn serie over de paus, het klooster La Verna in Italië. De plek waar Franciscus een tijdje gewoond heeft. Een prachtig oud klooster. Ik was onder de indruk. Maar wat mij het diepst raakte was dat enorm grote houten kruis, op een open vlakte, vlak voor het klooster. Dat kruis keek als het ware over de vlakte heen. Het imponeerde en ontroerde me tegelijk. Ik denk er nog veel aan terug.

Ja, dat ruwhouten kruis. We zingen er in deze over en we mediteren erover. Maar inmiddels weten we er wel zoveel van, dat het ons ook ontzag en angst inboezemt. Het was een martelwerktuig van de eerste orde. Sterven aan een kruis was een vreselijke dood en de Romeinen waren er meesters in om het stervensproces zo lang mogelijk te laten duren. Het was daarom ook een straf die niet aan de Romeinse staatsburgers mocht worden voltrokken. Het was te erg. Alleen slaven en opstandelingen werden gekruisigd. Onder Crassus zelfs 6000 opstandelingen onder Spartacus, die werden gekruisigd langs de via Appia. Het kruis, het hout, een vreselijke dood.

In de twee gedeelten die ik las wordt ook over het hout gesproken. Door Petrus nog het meest duidelijk, maar ook wel door Paulus, wanneer hij het over “het nagelen aan het kruis” heeft. Laat ik de brief van Petrus als uitgangspunt nemen. De zin die hij opgeschreven heeft is een heel diepe. Christus die zelf onze zonden in zijn lichaam gedragen heeft op het hout. Op het hout.

Het is een zin om lang over te mediteren. Want wat staat er. Christus heeft onze zonden in zijn lichaam gedragen. Dat is het eerste. Het geeft de ernst aan van de zonde en de diepte van de verzoening. We lopen denk ik het gevaar, zeker als we al heel veel keer in ons leven de tijd van Goede Vrijdag en Pasen hebben mogen meebeleven, dat de zinnen, de preken en de liederen haast al te vanzelfsprekend worden. Te vlak, te oppervlakkig. Christus heeft onze zonden op zich genomen, we weten het. Maar de ernst ervan wordt bij Petrus benadrukt doordat hij zegt: In zijn lichaam gedragen. Hij wil met deze zin benadrukken hoe diep Christus is gegaan om onze zonden op zich te nemen. Nee dus, niet alleen op zich nemen, maar in Zijn lichaam dragen. Onze zonden lagen niet alleen op zijn schouders, zoals we wel eens zeggen, maar in het werk van de verzoening is Christus verder gegaan. Hij heeft onze zonden in zijn lichaam gedragen.

U weet misschien wel dat wanneer het over deze hoogst ernstige zaken gaat, Luther spreekt over de ruil. De vreemde ruil en op een andere plaats zelfs over de vrolijke ruil. Het is de ruil van de plaatsbekleding. Hij heeft onze zonden overgenomen. En door het wonder van de verzoening worden wij met zijn verworven gerechtigheid bekleed. En hoe dat mogelijk is? Hij heeft onze zonden tot op het hout gedragen. Het hout van het kruis. Het hout van de vreselijke kruisiging.

Wanneer je nadenkt, zowel over de ernst van de zonde, als ook over de vloek van het hout, dan staat je verstand een beetje stil. Toen Christus aan het hout werd vastgespijkerd werden onze zonden aan dat hout gespijkerd. Omdat Christus zich één maakte met zondaren, werden onze zonden, doordat Christus die in zijn lichaam droeg, aan het hout gespijkerd.

Mijn verlosser hangt aan het kruis

En hij hangt er mijnentwege

Mij ten zegen

Van de vloek maakt hij mij Vrij.

En zijn sterven zaligt mij

Het is een tekst van Bernard van Clairvaux uit de 11e eeuw. En zo raak. Want wat zegt Paulus in zijn brief aan de Kolossenzen? Hij heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd uitgewist, en het vernietigd door het aan het kruis te nagelen. Petrus en Paulus zeggen dus niet alleen dat onze zonden doordat Christus ze in zijn lichaam droeg aan het hout zijn genageld, maar ook de wet, in de aanklagende functie is daaraan gespijkerd. Van de vloek maakt hij mij vrij.

Wat een lijden, wat een liefde.

Als ik in gedachten sta, bij het kruis van Golgotha.

Lam Gods dat zo onschuldig, zo moedig en geduldig aan het schandelijk kruishout lijdt.

In deze laatste zin, komen de teksten van Paulus en Petrus samen. Het schandelijk kruishout. We moesten maar niet te makkelijk denken over het kruis, over het hout. Want het zijn onze zonden die hem daar brachten. Hij hangt er om ons. Anders zou de weg naar de Vader nooit ontsloten zijn. Dat is om stil van te worden. En ook iets om wel even stil bij te staan. Telkens weer. Het is geen geestelijk gepasseerd station als ik dat zo mag zeggen. Niets iets wat achter ons ligt, en in ons geestelijk leven niet zo’n grote rol meer hoeft te spelen. Integendeel.

En het is iets om stil bij te staan, wanneer we zien dat de weg naar de Vader inderdaad geopend is. Omdat onze zonden aan het hout hangen en het handschrift dat ons schuldig verklaarde daar ook hangt. Je zou haast kunnen spreken van een dubbele verzoening. Een dubbele genoegdoening.

Ik moet u eerlijk zeggen dat wanneer ik deze zinnen opschrijf en nu uitspreek, ik een huiver voel. Zijn het niet te grote, te heilige zaken? Kunnen mensenwoorden ook maar bij benadering uitdrukken, wat het wonder van de verzoening, van de plaatsbekleding is?
Schieten woorden niet te kort. En schiet ik, schieten wij niet te kort in het doorleven van het grote wonder waar Petrus en Paulus over schrijven? Ik denk dan aan het gezang:

O Heer, uw smaad en wonden

Ja, alles wat Gij duidt

Om mij is het, mijn zonden

Mijn schuld, mijn grote schuld.

Huiver dus. En tegelijk verwondering over zoveel genade. Zoals Paulus in ons tekstgedeelte zegt: U was dood door uw zonden en door uw onbesneden staat, maar God heeft u samen met Christus levend gemaakt toen hij al onze zonden kwijtschold. Ja, onze zonden zijn kwijtgescholden door het offer op het kruishout van Golgotha. Of zoals Paulus schrijft in zijn brief aan de Romeinen: Welke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaking. En daar mag dan ook de zekerheid liggen. Niet in de tranen die ik pleng, maar in het offer. Wanneer we op onszelf zien, kan het niet en kan het nooit, om het maar eens ouderwets, maar o zo raak te zeggen, maar als we op het ruwhouten kruis zien kan het ruim en kan het voor eenieder. Onze zekerheid ligt in de ruil. De ruil van Christus

Ik hoop van harte dat u en ik dat de komende dagen en weken mogen meebeleven en zo ook de Opstanding van onze Here en Heiland tegemoet mogen gaan.