Groot Nieuws
EO

14 maart: Hij is de Profeet

foto: Evangelische Omroepfoto: Evangelische Omroep
  1. Nieuwschevron right
  2. 14 maart: Hij is de Profeet

Op deze vierde lijdenszondag horen we in Groot Nieuws gewijde muziek en een meditatie van Luc Compagnie, predikant van de 3GK-gemeente in Hengelo. Onder het motto ‘Hij is de Profeet’ slaat hij de Bijbel open bij Johannes 6: 1-15.

foto: Evangelische Omroep

Luc Compagnie

Groot Nieuws

Muziekgegevens

1) Psalm 33: Zingt vrolijk, heft de stem naar boven, geen bundel

2) Here Jezus, om Uw woord, LvdK gez. 328

3) Leer mij volgen, geen bundel

4) Lichtstad met uw paarlen poorten, Glorieklokken gez. 52

5) Wie maar de goede God laat zorgen, Joh. De Heer gez. 194

6) Psalm 62: Mijn ziel is immers stil tot God, geen bundel

7) Een rijke schat van wijshed, LvdK gez. 326

8) Spreek, o Heer, Opwekking 689

9) Eeuwig Woord, U willen wij bezingen, LvdK gez. 476

10) Machtig God, sterke Rots, Joh. De Heer gez. 92

11) Speak, O Lord, Opwekking 689

Meditatie

1 Daarna ging Jezus naar de overkant van het Meer van Galilea (ook wel het Meer van Tiberias genoemd).

2 Een grote menigte mensen volgde hem, omdat ze gezien hadden welke wondertekenen Hij bij zieken deed.

3 Jezus ging de berg op, en ging daar met zijn leerlingen zitten.

4 Het was kort voor het Joodse pesachfeest.

5 Toen Jezus om zich heen keek en zag dat die menigte naar hem toe kwam, vroeg Hij aan Filippus: ‘Waar kunnen we brood kopen om deze mensen te eten te geven?’

6 Hij vroeg dat om Filippus op de proef te stellen, want zelf wist Hij al wat Hij zou gaan doen.

7 Filippus antwoordde: ‘Zelfs tweehonderd denarie zou niet voldoende zijn om iedereen een klein stukje brood te geven.’

8 Een van de leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei:

9 ‘Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen-maar wat hebben we daaraan voor zoveel mensen?’

10 Jezus zei: ‘Laat iedereen gaan zitten.’ Er was daar veel gras, en ze gingen zitten; er waren ongeveer vijfduizend mannen.

11 Jezus nam de broden, sprak het dankgebed uit en verdeelde het brood onder de mensen die er zaten. Hij gaf hun ook vis, zoveel als ze wilden.

12 Toen iedereen volop gegeten had zei Hij tegen zijn leerlingen: ‘Verzamel nu de overgebleven stukken brood, zodat er niets verloren gaat.’

13 Dat deden ze en ze vulden twaalf manden met wat overgebleven was van de vijf gerstebroden die men had gegeten.

14 Toen de mensen het wonderteken dat Hij gedaan had zagen, zeiden ze: ‘Hij moet wel de profeet zijn die in de wereld zou komen.’

15 Jezus begreep dat ze hem wilden dwingen om mee te gaan en hem dan tot koning zouden uitroepen. Daarom trok Hij zich terug op de berg, alleen.

Johannes 6:1-15

Wat een bijzondere reactie hebben de mensen. Ze zagen dat Jezus met vijf broden en twee vissen duizenden mensen te eten gaf. Je moet je voorstellen dat je daarbij bent. Jezus bidt, en Hij deelt uit en Hij blijft maar delen en delen en delen. Er komt geen einde aan. Er blijven zelfs twaalf manden over, voor iedere apostel één. Ze kunnen nog verder delen.

Hoe reageer je op zoiets? Ik denk dat ik me enorm zou verbazen over dat wonder. Hoe krijgt Jezus dat voor elkaar? En thuis zou ik iedereen enthousiast vertellen over die man, die daar eventjes van een paar hapjes een megamaaltijd wist te maken. Wat een wonder!

Maar zo reageren de mensen om Hem heen niet. Zij zien het en verwonderen zich in Jezus! Hij moet wel de Profeet zijn die in de wereld zou komen. Wat ze zien gebeuren is voor hen een teken. Het gebeurde ook toen Jezus de jongen in Nain uit de dood opwekte. Toen riepen de mensen niet: ‘een wonder, een dode wordt levend!’ maar ze zeiden: God heeft naar zijn volk omgezien. Een wonder is een teken.

In onze vertaling heet het een wonderteken. Maar dat staat niet in het oorspronkelijke Grieks. Daar staat alleen: teken. Heel veelzeggend, zo’n vertaling. Wij zien vooral het wonder. Verder kijken we niet. Maar wat er gebeurt aan wonderen heeft een boodschap. Wonderen gebeuren niet zomaar, God heeft er een bedoeling mee. Daarom gebeuren wonderen niet altijd. Dat wist men toen nog. De mensen toen zagen vooral het teken.

Een teken is iets dat snel informatie doorgeeft. Dat kan op veel manieren. Als ik naar mijn kinderen een duim opsteek, weten ze: papa vindt dat we het goed doen. En als iemand in het verkeer zijn middelvinger naar je opsteekt weet je, dat die persoon niet blij met je rijgedrag is. Daar zijn geen woorden voor nodig.

Een teken moet je kunnen begrijpen. Een opgestoken duim is een teken van waardering. Maar mocht je nog eens in Iran komen, dan kun je maar beter je duim niet opsteken, want het is daar een teken dat je iemand een sukkel vindt, zoiets als bij ons een opgestoken middelvinger. En als je in Bulgarije knikt, betekent dat daar ‘nee’, en als je je hoofd schudt, betekent het: ‘ja’. Dus een teken kan verschillende betekenis krijgen in een andere cultuur.

In de cultuur van toen was het teken goed te begrijpen. God had een verlosser belooft, een herder die het volk zou weiden. Een profeet als Mozes. Daar zaten ze gespannen op te wachten. En als Hij komt zien ze dat Hij er is. Maar dan gaat het op één of andere manier toch fout. Ze hebben het teken goed begrepen. Maar ze passen het niet goed toe.

Ze willen Hem koning maken. Logisch, begrijpelijk. Ze hadden hun buikje rond kunnen eten, gratis en voor niets. Met zo’n koning heb je elke dag eten. Wat wil je nog meer? Maar wacht even: een profeet is iets anders. Zeker is Jezus gekomen om koning te worden, maar eerst leren ze Hem kennen als profeet. Als Hij de Profeet is, is zijn taak vooral: spreken namens God.

Wanneer je ziet dat Jezus de beloofde profeet is ga je Hem toch geen koning maken? Wat is een profeet? Een profeet is iemand die jou kan vertellen wat God zegt. Je kunt een profeet raadplegen als je vragen hebt. Via de profeet heb je een direct lijntje met God! Als Jezus dé profeet is kan Hij je dus meer vertellen over God. Over Gods wil, over Gods plannen, over wie jij bent in Gods ogen, over alles.

Wanneer ze Hem dus als profeet hadden aanvaard, hadden ze de volgende dag tegen Hem gezegd: “Bedankt Jezus, voor dat eten van gisteren, maar eigenlijk is dat niet wat ons in U aantrekt. Eigenlijk zouden we veel liever naar U luisteren. Wilt U ons alstublieft meer over God vertellen? Vertel ons, verlicht ons, wijs ons de weg!”

Heel opvallend: zodra Jezus merkt dat ze in actie willen komen verdwijnt Hij. Als mensen hun eigen plannen willen uitvoeren is Jezus weg. Hij trekt zich terug op de berg, alleen. Zodra mensen met hun eigen ideeën komen is Jezus ervandoor. Want als je niet luistert ga je dingen doen, maar dan doet Jezus niet mee. Juist het luisteren naar wat Hij te zeggen heeft is cruciaal. Denk maar aan Maria en Martha. Martha loopt de gasten te bedienen en ze doet van alles voor de Heer. En Maria doet niets. Of nee, ze zit aan de voeten van Jezus en luistert aandachtig naar Hem. En als Martha dan klaagt over haar zus zegt Jezus: Maria heeft het goede deel gekozen.

Mag ik u uitnodigen om toch vooral te luisteren? Luister naar wat Jezus in het evangelie zegt. Wij willen graag actie, ook in het geloof. Dan kom je vaak klem te zitten of er komt een epidemie die alles doorkruist. Wat is er al een boel gebeurd in de geschiedenis waarvan we achteraf moesten zeggen dat het niet Gods wil was. Wij doen en plannen. We zijn daar zo op gericht dat we vergeten eerst maar eens Gods Woord te beluisteren. En dan mis je alles. Luister eens naar wat Hij zegt. Zijn woorden geven eeuwig leven. Want Hij is inderdaad de Profeet. En zo wijst Hij ons de weg van geloof, de weg naar God. En zo leer je Hem ook kennen als Koning. En als Priester die zichzelf voor onze zonden offerde. Zo leer je alles wat je weten moet.