10 mei: U bent mijn God
- Nieuws
- 10 mei: U bent mijn God
Deze zondagmorgen wordt de meditatie verzorgd door Geurt van Roekel. Het thema van de predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Bennekom is: U bent mijn God. Het Bijbelgedeelte vinden we in Psalm 143, vers 8-10.
Groot Nieuws
Muziekgegevens
1) Psalm 138: Dan zingen zij, in God verblijd, geen bundel
2) Schuil maar veilig, geen bundel
3) Ik wil leven door Uw Geest, Opwekking 497
4) Nederig van hart, Opwekking 561
5) Rots der eeuwen, o mijn toevlucht, Joh. De Heer gez. 507
6) Psalm 143: O Heer, wil mijn gebeden horen, geen bundel
7) Hij die rustig en stil, Joh. De Heer gez. 133
8) Stil, mijn ziel wees stil, Opwekking 717
9) Mijn schuilplaats is in God, geen bundel
10) Jezus, Uw naam zij d’hoogste eer, Joh. De Heer gez. 562
11) Alles wat adem heeft love de Here, Lvdk gez. 21
12) Hij die rust en stil, Joh. De Heer gez. 133
Meditatie
Beste luisteraar,
De kern van dit Schriftwoord is een duidelijke en overtuigde belijdenis van David. Hij zegt hier dat de HEERE zijn God is. En dat zegt David niet tegen de mensen. Maar tegen de HEERE zelf: U bent mijn God.
En dat is dan de meest wezenlijke belijdenis die een mens in dit leven ooit kan afleggen. Als alle dingen in de relatie tussen God en mens teruggebracht worden tot dit ene: wie is de HEERE voor mij? En als dan gelovig het antwoord mag klinken: U bent mijn God.
Omstandigheden
Wanneer heeft David deze belijdenis uitgesproken? Het valt op dat deze belijdenis uitgesproken is in de harde werkelijkheid van het leven. Psalm 143 is namelijk geschreven toen David op de vlucht was en moest vrezen voor zijn leven. In allerlei beelden wordt in deze Psalm duidelijk wat dat voor hem betekende: zijn leven is vervolgd, bedreigd en vol benauwdheid. Dat zijn omstandigheden waarvan wij zeggen: nu komt het erop aan. Nu moet blijken waar het houvast van ons leven ligt. En wat heerlijk als dan beleden mag worden dat het houvast van ons leven in de HEERE Zelf ligt: U bent mijn God.
Vervolgens mag het ons niet ontgaan dat deze belijdenis klinkt tegen de achtergrond van oprecht schuldbesef. Psalm 143 is namelijk één van de zeven boetepsalmen. Dat zijn de liederen waarin het accent valt op de ontmoeting tussen de heilige God en de zondige mens; een ontmoeting die leidt tot verootmoediging. En die ootmoed horen we hier ook. Met name is vers 2, waar David smeekt ‘Ga niet in het gericht met Uw knecht, want niemand die leeft is voor Uw aangezicht rechtvaardig’. Het is het gebed van de mens die klein is geworden voor de HEERE.
In de derde plaats zien we dat deze belijdenis ingeklemd staat tussen twee gebeden. Eerst is David de leerling die vraagt om Gods welbehagen te mogen doen. En na het uitspreken van de belijdenis is David het kind, het afhankelijke kind, dat eerbiedig vraagt om de leiding van Gods goede Geest. Uw goede Geest geleide mij. En daar tussenin dan de belijdenis.
Ziet u wat dat betekent? Dat deze hartelijke belijdenis omtrent God geboren wordt uit de biddende omgang met de HEERE.
Inhoud
Dan iets over de inhoud van deze belijdenis. Allereerst spreekt David hier als zijn vaste overtuiging uit dat God is. Dat God bestaat! Volgens Psalm 14: 1 zegt de dwaas in zijn hart: er is geen God. Nu, tegenover die loochening plaatst David zijn belijdenis dat God is. Dat Hij er was, dat Hij er is en dat Hij er zal zijn. Zo is immers Zijn naam: HEERE.
Maar het accent valt natuurlijk op het andere, op het persoonlijke. David zegt hier niet alleen dat God is, maar dat Hij zijn God is. Vroeger sprak men over het ‘mijnen van het geloof’. Dat is: het zich gelovig toe-eigenen wat de HEERE omtrent Zichzelf beloofd heeft. Nu dat mag David hier doen. De HEERE als zijn God belijden.
In Zijn verbond is de HEERE de eerste. Hij belooft: Ik zal u tot een God zijn. En in de weg van het geloof leert Gods kind antwoorden: U bent mijn God.
Is deze belijdenis uw belijdenis? Nee, dat heeft een mens niet van zichzelf. Ten diepste wordt deze belijdenis geleerd bij het kruis van Golgotha. Daar heeft de Heere Jezus in Zijn kruiswoord uit de diepste duisternis ook deze woorden gesproken: ‘Mijn God, Mijn God’. Inderdaad, twee keer. Twee keer God persoonlijk als Zijn God genoemd. Iemand zei: ‘één keer voor zichzelf en één keer voor ons’.
Schuilend bij het kruis leert de Geest het belijden: U bent mijn God.
Inderdaad, de meest wezenlijke belijdenis die een mens ooit kan afleggen: U bent mijn God.
Een gezegende zondag!