22 juli: Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan
- Nieuws
- 22 juli: Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan
De meditatie met als thema "verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan" n.a.v. Bijbelteksten uit Exodus, wordt verzorgd door dominee Michiel Vastenhout, predikant van de Herv. Gemeente Eethen/Drongelen
Groot Nieuws
Muzieklijst:
1) God is getrouw, Zijn plannen falen niet, LvdK Gez. 304: 1, 2 en 3
2) Zingt vrolijk, heft de stem naar boven, Psalm 33: 1 en 2
3) De Heer ziet vol ontferming, geen bundel
4) Heer die mij ziet zoals ik ben, naar Psalm 139
5) Kom tot Uw Heiland, JdH 210
6) Zingt voor de Heer een nieuw gezang, LvdK Gez. 225
7) Ik zal er zijn, Opw. 770
8) God heb ik lief, want die getrouwe Heer, Psalm 116: 1, 10 en 11
9) Ik wandel in het licht met Jezus, Opw. 214
10)U bent alles, Heer, geen bundel
11)Het dorre land zal juichen, Uit aller mond lied 107
12)Vrees niet, geloof alleen, Glorieklokken 544
Meditatietekst
God moves in a mysterious way. Zo luiden de eerste woorden van een gedicht van de Engelse dichter Wiliam Cowper. God gaat zijn ongekende gang. Zo werd het vertaald. Woorden die te denken geven. De dominante denklijn in de afgelopen eeuwen van de westerse geschiedenis legt nadruk op het bijvoeglijke naamwoord. Mysterious. Óngekend. En langzaam maar zeker bleek niet alleen Gods gáng ongekend, maar verdween Hij ook zelf volledig in een mistige achtergrond. Uiteindelijk verdween Hij voor velen definitief van het toneel. Hij speelt geen rol meer in hun leven. Geen enkele. Niet als acteur, niet als regisseur, zelfs niet eens als souffleur.
Toch is dat niet de kant die Wiliam Cowper op wilde met zijn gedicht. Want: God moves! Hij gáát actief zijn gang. Zij het op een voor ons vaak verborgen wijze. De muziekgroep Sela geeft hier woorden aan in het bekende lied Ik zal er zijn. ‘Verborgen aanwezig deelt u mijn bestaan.’
In een wereld waarin velen zwijgen en de dag plukken, spreken wij deze woorden uit als een geloofsbelijdenis: verborgen aanwezig deelt u ons bestaan. We spreken ze uit als woorden van verlangen. Naar Gods aanwezigheid. Maar het geloof spreekt uit en zegt ons voor: die is verborgen. En zo is het, zo is Hij, altijd geweest.
Dat is iets dat in het tweede hoofdstuk van het fascinerende boek Exodus zichtbaar wordt. We lezen het laatste vers van hoofdstuk 1 en de eerste drie verzen van hoofdstuk 2.
22 Toen gaf de farao aan heel zijn volk het bevel om alle Hebreeuwse jongens die geboren werden in de Nijl te gooien; de meisjes mochten in leven blijven.
1 Een man uit de stam Levi trouwde met een vrouw uit diezelfde stam. 2 Zij werd zwanger en bracht een zoon ter wereld. Het was een mooi kind en ze hield het verborgen, drie maanden lang. 3 Toen ze geen kans zag haar zoon nog langer verborgen te houden, nam ze een mand van papyrus, bestreek die met pek en teer, legde het kind erin en zette de mand tussen het riet langs de oever van de Nijl.
Heel subtiel wordt in dit hoofdstuk duidelijk gemaakt hoe God, in de achtergrond, inderdaad zijn ongekende gang gaat. Want in de voorgrond is Hij vooralsnog afwezig. Zijn naam wordt niet genoemd.
In het begin van Exodus draait het om de vrouwen. Één van hen, een Israëlitische, baart een zoon. Dat betekent gevaar! Maar de moeder ziet dat hij goed is. Tov. Zoals God in den beginne zag dat het góed was. Dag na dag. De Schepper is ook hier in Egypte de God van leven!
En omdat dit kind zó tov is, weigert déze vrouw de koning te gehoorzamen. Ze gaat niet mee in diens doodse plannen. Ze dient niet de koning, maar God. Geloven is de góede keuzes maken, omdat je vertrouwt op God. Drie maanden houdt ze de baby verborgen.
En dan brengt ze hem toch naar de rivier. Ogenschijnlijk gehoorzamend aan de farao. Maar nee. Ze bouwt een ark. Geen mandje, maar een ark. Dat staat er. Zoals Noach, bouwt ook deze moeder een ark. Ze legt haar zoon erin en plaatst de ark tussen het riet. En dat is, Godzijdank, heel wat anders dan wat de farao had bevolen. Namelijk hem in de rivier te werpen…
Dit is een bijzonder kind. Dit is niet zomaar een verhaal. God maakt zich intens kwetsbaar. Heel de voortgang van zijn missie, zijn plan tot redding van zijn wereld, verdicht zich tot een baby’tje in een ark. Maar juist door het zo te vertellen, laat de schrijver ons precies dát weten. Dat God hiermee te maken heeft. Deze baby is als Noach. Zoals toen de toekomst van de hele mensheid op het spel stond, zo ook nu. De verlossing van het volk Israël, en in dat volk de mensheid, staat hier op het spel. Dit kind gaat niet ten onder in het water. In de chaotische machten van het kwaad, waar ze symbool voor staan. Dit kind gaat Mozes heten. Uit het water gered. Al in de kiem horen we hier welke kant het met Israël op zal gaan. En dat is ook goed nieuws voor de volken. Uit het water gered. Het lot van Mozes is het lot van het hele volk. Van meet af aan.
Gods gang met zijn mensen verdicht zich in het leven van één enkele mens, een baby nog maar. Daarin is Hij verborgen aanwezig. Eeuwen later kiest Hij opnieuw dat uiterst kwetsbare spoor. In Jezus. God was nooit de God van de grote gebaren. Van de niet mis te verstane signalen. Hij is er wel. Maar als de verborgene. Kwetsbaar. Risicovol.
Want het had zomaar mis kunnen gaan! Lees het verhaal maar eens verder… En toch blijkt God in dit alles verborgen aanwezig. Door kleine mensen heen. Totdat we bij de slotscène komen. We lezen vers 23-25.
23 Jaren gingen voorbij, en de koning van Egypte stierf. Maar de Israëlieten gingen nog altijd onder dwangarbeid gebukt. Ze klaagden luid en hun hulpgeroep steeg op naar God. 24 God hoorde hun jammerkreten en dacht aan het verbond dat hij met Abraham, Isaak en Jakob had gesloten. 25 Hij zag hoe de Israëlieten leden en trok zich hun lot aan.
Gods verbórgen aanwezigheid kent grenzen. Hij gaat zich openbaren. De camera zoomt uit. Zodat we niet zouden vergeten dat dit de beginscènes zijn van de geboorte van een vólk. Een volk dat het zwaar te verduren heeft. En dat het niet meer trekt. Om stil van te worden. Aan alles voelen we: God moet eraan te pas komen. Dit gaat zo niet langer. Dit volk, reddingsboei voor de mensheid, staat op het punt ten onder te gaan.
En dan opeens wordt God hier ter sprake gebracht. Hij was er al die tijd al bij. Maar hier treedt Hij als het ware uit de schaduw. Nu is het moment voor goddelijke actie daar. Niet dat Hij tot die tijd als een onbewogen heerser van een afstandje stond toe te kijken. Dat zou God zijn zoals er heden ten dage zo vaak over hem gesproken wordt. Mysterious.
Maar zo is God niet. Hij hoort, gedenkt, ziet en ontfermt zich. Zijn heilsplan gaat het halen. Hoe kwetsbaar, hoe risicovol ook. Hij werkt door kleine mensen heen. Op weg naar zijn grote doel. Zo is onze God. Verborgen aanwezig deelt Hij ons bestaan.