11 november: Een horend hart
- Nieuws
- 11 november: Een horend hart
Muziek rond de meditatie met als thema “Een horend hart” (1 Sam. 3:1-10), die wordt verzorgd door dominee Jaap Hansum van de Hervormde Maranathakerk in Lunteren.
Groot Nieuws
Muziekgegevens
1) Ik roem in God, ik prijs ’t onfeilbaar woord, psalm 56: 5 en 6
2) Heilig, heilig, heilig, LvdK Gez. 457:1,2 en 4
3) Leer mij Uw weg, o Heer, Joh. de Heer 330
4) Luister naar Zijn stem, geen bundel
5) Nader tot U, o Heer, Opw. 689
6) Spreek o Heer, Joh. de Heer 190
7) De stilte zingt U toe, o Heer, LvdK Psalm 65:1,2 en 6
8) Ere zij aan God de Vader, LvdK Gez. 255
9) God van liefde, God van trouw, geen bundel
10)’k Geef mijzelf aan U volkomen, Joh. de Heer 585
11)Vreugde, vreugde, louter vreugde, Joh. de Heer 287
Meditatietekst
Ik lees met u 1 Samuël 3 vanaf vers 1.
1De jonge Samuel diende dus de HEER, onder de hoede van Eli.
Er klonken in die tijd zelden woorden van de HEER en er braken geen visioenen door.
2Op zekere nacht lag Eli op zijn slaapplaats.
Zijn ogen waren dof geworden, hij kon bijna niet meer zien.
3Samuel lag te slapen in het heiligdom van de HEER, bij de ark van God.
De godslamp was bijna uitgedoofd.
4Toen riep de HEER Samuel. ‘Ja,’ antwoordde Samuel.
5Hij liep snel naar Eli toe en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’
Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen. Ga maar slapen.’
Toen Samuel weer lag te slapen, 6riep de HEER hem opnieuw.
Samuel stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’
Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen, mijn jongen. Ga maar weer slapen.’
7Samuel had de HEER nog niet leren kennen, want de HEER had zich niet eerder aan hem bekendgemaakt door het woord tot hem te richten.
8Opnieuw riep de HEER Samuel, voor de derde keer.
Samuel stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Toen begreep Eli dat het de HEER was die de jongen riep.
9Hij zei tegen Samuel: ‘Ga maar weer slapen. Wanneer je wordt geroepen, moet je antwoorden: “Spreek, HEER, uw dienaar luistert.”’ Samuel legde zich weer te slapen,
10en de HEER kwam bij hem staan en riep net als de voorgaande keren: ‘Samuel! Samuel!’ En Samuel antwoordde: ‘Spreek, uw dienaar luistert.’
Er komt op een gemiddelde dag veel op je af. Geluiden, woorden, beelden van buitenaf. Gevoelens, gedachten die opborrelen in jezelf. En tussen al die impulsen en prikkels is daar God. God die contact met je zoekt. Met je wil spreken. De vraag is of u en ik dat in de gaten hebben. Samuël heeft er geen idee van. Hij woont nota bene in de tempel. De hele dag is hij bezig met godsdienstige zaken.Dichterbij het vuur kun je niet zitten, zou je denken. Samuël is om zo te zeggen praktisch in de kerk geboren. En toch lezen we: Samuël had de Heer nog niet leren kennen.
Want de Heer had zich nog niet eerder aan hem bekendgemaakt.
Door het woord tot hem te richten.
Samuël had de Heer nog niet leren kennen…
Kennen betekent in de Bijbel: liefdevolle, vertrouwelijke omgang Samuël wist van alles óver God, was druk in de weer vóór God, maar wist niet hoe het was om vriendschap mét God te hebben.
De Heer had zich niet eerder aan hem bekend gemaakt.
Door het woord tot hem te richten.
God heeft dat misschien al veel eerder gewild Wellicht kwam hij er niet eerder tussen maar nu, midden in de nacht, als alle andere prikkels en impulsen tot rust zijn gebracht, nu is er ruimte voor God om te spreken.
Het begint allemaal met stilte. Hoeveel werkelijke stilte is er in uw, jouw, mijn leven? Dat leren kennen en herkennen van de stem van God is een proces. Het vraagt oefening. Het begint met een signaal, een prikkel. In de stilte van de nacht hoort Samuël iets dat hij niet kan thuis brengen. Een stem die hem bij zijn naam roept. Niet één keer maar steeds opnieuw.
Samuël, Samuël….
Bijzonder is dat: dat God niet in het algemeen roept: hallo daar! is er iemand die tijd heeft voor mij? Iemand die mij hoort? Hij zegt ook niet: he jij daar, ik weet niet hoe je heet, ja jij. Nee, Hij roept Samuël heel specifiek bij zijn naam. En laat daarmee weten: jij kent mij misschien nog niet, maar ik ken jou al heel lang en ik noem je bij je naam. En nodig je uit om nu van jou kant ook mij te leren kennen. Op een nieuwe, diepere, persoonlijkere manier met mij om te gaan
Toen riep de Heer Samuël.
Samuel herkent het niet als spreken van God. Tot drie maal toe kan hij maar één ding bedenken: Het zal Eli wel zijn. Eli voor wie hij altijd op moet draven. Eli, het staat voor alles wat iedere dag opnieuw uw, jouw aandacht en energie opeist. Eli, het is het urgente, het dringende. Samuël kan zich simpelweg niet voorstellen dat er nog iets anders is dan Eli. Dat er een ander leven mogelijk is dan altijd maar weer ijverig voldoen aan alle verwachtingen.
Gelukkig is er ook een andere kant aan Eli. Het is deze oude priester die Samuël vertelt over het spreken van God. Over hoe je de stem van God kunt herkennen. En hoe je er op kunt antwoorden. Mooi als je zulke mensen om je heen hebt. Prachtig als je zelf zo iemand bent.
Als Samuël die nacht opnieuw de stille stem hoort, diep in zijn binnenste, spreekt hij die éne zin uit die zijn leven voorgoed zal veranderen:
Spreek, uw dienaar luistert.
Samuël zegt: spreek, uw dienaar lúistert. Je kunt met een half oor naar iemand luisteren en intussen met je gedachten elders zijn. Maar je kunt ook luisteren met alles wat in je is. Zoals een huisarts luistert met een stethoscoop. Hij plugt zijn oortjes in en richt zich volledig op het zeer aandachtig beluisteren van je lichaam. Tot die vorm van intens en ongedeeld luisteren nodigt de Bijbel ons keer op keer uit.
Spreek Heer, uw dienaar luistert.
Letterlijk zegt Samuël: Spreek Heer, uw dienaar is luisterende.
Dus niet: zegt u het maar Heer, het kan nu wel, ik heb wel even 5 minuten voordat ik weer de hele dag achter Eli aan ga rennen. Nee, spreek Heer, uw dienaar is in de luistermodus. Ik ben online, constant en zonder onderbrekingen. En als Samuël op dat punt is gekomen als hij met heel zijn hart zegt: Spreek Heer, uw dienaar is luisterende, ontstaat er ruimte voor God om bij Hem te komen.
Net voordat hij die zin gaat uitspreken, lezen we, de Heer kwam bij hem staan. Zo sterk is het verlangen bij God naar vriendschap met mensen. Hij legt het eerste contact en waar wij ons beginnen te openen daar komt Hij zelf ook dichterbij.
Er begint een gesprek met God dat eigenlijk nooit meer is gestopt. Aan het einde van dit hoofdstuk lezen we:
en Samuël groeide op en de Heer was met hem
en de Heer bleef in Silo verschijnen.
Hij maakte zich aan Samuël bekend
door het woord tot Hem te richten.
En heel Israël luisterde naar Samuëls woorden.
Zo wordt het sloofje van Eli een man van God. Mensen noemen hem: Samuël de ziener. Hij wordt meer en meer iemand die met Gods ogen naar de wereld leert kijken. Leert horen wat God hoort, leert lachen wanneer God lacht. Te huilen waar God huilt, boos te zijn waar God boos is.
Als later de jonge Salomo koning wordt zegt God: ‘Vraag wat je wilt Ik zal het je geven.’ En van alles wat Salomo had kúnnen vragen, vraagt hij dit ene: Geef uw dienaar een opmerkzame Geest
Geef mij een horend hart.