3 dec: Genoeg olie in je lamp?
- Nieuws
- 3 dec: Genoeg olie in je lamp?
Liederen rond de meditatie over Mattheüs 25:1-13, verzorgd door Albert Jan Treur, predikant in opleiding in de kruispunt Gemeente in Amersfoort-Vathorst.
Groot Nieuws
Muziekgegevens
1) Nooit kan ’t geloof teveel verwachten, gez. 244
2) Zend, heer, uw licht en waarheid neder, Ps. 43:3,4 en 5
3) Advent, geen bundel
4) Jezus’ liefde voor mij, geen bundel
5) Licht der wereld, vul mijn hart, geen bundel
6) Wees mijn vooruitzicht, ELB 167
7) Ik wandel in het licht met Jezus, Opw. 214
8) ’k Sla d’ogen naar ’t gebergte heen, Psalm 121: 1,2 en 4
9) Beveel gerust uw wegen, Gez. 427:1,2 en 8 LvdK
10)Ik heb U lief, Opw. 639
11)Met lampen voor het feest gereed, ELB 63
12)Jezus wat een heerlijke Naam, Opw. 493
Meditatie
Ik lees met u Mattheüs 25 vers 1 t/m 13.
Dan zal het Koninkrijk …-… Wees dan waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal.
“Even geduld a.u.b.” Het kan ons zomaar gezegd worden. Wachtend op je beurt bij de apotheek, in de rij bij de supermarkt, of het verschijnt op de televisie bij een storing, “geduld alstublieft”. Maar hoe is het eigenlijk gesteld met ons geduld? Houdt u het vol, al dat wachten?
De discipelen van Jezus hadden het er best moeilijk mee. Ze hadden hun Meester al zoveel horen vertellen over allerlei dingen die zouden gaan gebeuren. Het Koninkrijk wat aan zou breken, de vijand die zal worden verslagen. Ze worden ongeduldig. En al dat ongeduld brengt ze in Mattheus 24 tot een aantal vragen aan Jezus: “Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?”
Het is vandaag weer advent. De tijd van ‘verwachting’ is weer aangebroken. En misschien komen die vragen van de discipelen juist in deze tijd wel extra dichtbij. “Wat gaat er gebeuren? Komt U al snel terug? Hoeveel geduld moeten we eigenlijk nog opbrengen?”
Die ongeduldige discipelen, ze krijgen van Jezus een antwoord. Een antwoord wat vanmorgen ook klinkt voor ons. “Ja”, zegt Jezus, “er gaat nog heel wat gebeuren! Valse mesiassen zullen opstaan, er zal sprake zijn van oorlog en oorlogsdreiging. Volken zullen tegen elkaar opstaan, er zal sprake zijn van onderdrukking en wetteloosheid. En bij velen zal de liefde bekoelen. Maar wanneer Ik terugkom? Niemand weet het! En daarom, blijf waakzaam! Houd je ogen open, verwacht Mij!”
Tja, het komt dus aan op ons geduld. We zullen moeten blijven wachten. We mogen niet alleen de komende weken maar eigenlijk elke dag van ons leven, leven in adventstijd. Wachtend op Hem!
En over dat wachten zegt Jezus nog meer. Met Mijn Koninkrijk dat komt is het net als met tien meisjes die op weg gingen naar een bruiloft. Je ziet ze gaan in prachtige kleren, vrolijk en blij op weg naar het feest. Er wordt gezongen, gelachen en uitgekeken naar alles wat komen gaat. Maar dan… de bruidegom komt maar niet. En ze wachten, en wachten, en wachten… maar nee, er komt niemand. En de meisjes, ze vallen in slaap.
Zo kan het ook ons vergaan. Misschien is voor u al de zoveelste keer advent. Weer een tijd van wachten en u wacht al zo lang. Het is om moe van te worden.
Maar dan, bijna tegen de verwachting in klinkt daar geschreeuw; wordt wakker! De bruidegom komt er aan!
En de meisjes springen op en grijpen naar hun lampen… maar dan… dan blijkt opeens wat het betekent wat er aan het begin van de gelijkenis gezegd wordt: Vijf van hen waren wijs en vijf waren dwaas.
Daar stonden ze, vijf dwaze meisjes…
Het eerste meisje, haar lamp brandde prachtig. Maar in haar hart begon dat vervelende stemmetje steeds meer op te spelen… Psalm 14 zegt het ons: De dwaas zegt in zijn hart: “Er is geen God.” En het meisje kon nog maar aan één ding denken: “Ik sta hier voor niets! Er komt toch niemand.” En het eerste lampje ging uit.
Het tweede meisje, ja die had het goed voor elkaar. Steeds de beste olie in de lamp. Want dat was haar missie, ze was voortdurend op zoek naar plaatsen waar de beste olie te verkrijgen was. Maar ze werd steeds kritischer. Bij de ene verkoper was de olie veel te zwaar, en bij de ander was het veel te licht. En bij sommige olieverkopers ontbraken er essentiële toevoegingen en bij weer anderen zaten er veel te veel onnozele toevoegingen in. En al zoekend ging het tweede lampje uit.
En daar staat het derde meisje langs de weg. O, wat heeft ze trouw staan wachten. De tranen staan in haar ogen. “Wat heeft die bruidegom mij in de kou laten staan zeg! Terwijl ik stond te wachten: ziekte, ontslag, ik moest mijn eigen broer, mijn vader, mijn kind begraven! Wat is dat voor een bruidegom!” En van verdriet, of was het boosheid? Ging ook het derde lampje uit.
En wat is dat? Als we verder lopen zien we het vierde meisje voorbij komen. Ze gaat een hele andere kant op. Ja, ze was wel aan het wachten, maar waarom zou je wachten als er om je heen ook zoveel leuke feestjes zijn. En ja, eerst heeft ze al die andere nog willen overtuigen van de unieke bruidegom die komt. Maar nadat ze voor de zoveelste keer werd uitgelachen gaf ze het op en ging haar lampje uit.
En dan nog het vijfde meisje… dat staat daar maar. En misschien… als u goed kijkt… dan lijkt het sprekend op u. Want hoeveel redenen heeft u om het op te geven. Om er de brui aan te geven… om uw geduld te verliezen en uw lampje uit te blazen?
Maar dan die vijf wijze meisjes! Laten we ook nog naar hen kijken!
Want het eerste meisje roept ons al toe! “Kom op! Ga door! Je moet toch zo vaak geduld hebben. Waarom zou dat bij God anders zijn? Kijk eens naar al die mensen door de eeuwen heen. Steeds weer hebben ze vol vertrouwen gewacht. Steeds weer hebben ze reikhalzend Advent gevierd. Wie durft er dan te zeggen dat dit voor niets zou zijn?!”
En luister naar dat tweede meisje. Vol verwondering staat ze daar met een brandende lamp. En ze roept naar iedereen die het maar horen wil: “Ik ben uitgenodigd! Ik mag komen op de bruiloft! Hij riep mijn naam. Hij wist precies hoe ik heet!”
En het derde meisje… vol verwondering kijkt ze om zich heen. “Waarom zou ik het niet geloven? Als ik kijk naar de schepping? Als ik kijk naar al die wonderen om mij heen… dat kan niet anders, dat is God!”
En het vierde meisje valt haar bij en zegt: “Het is niet alleen God! Want ik ben overal op zoek geweest naar olie. En ik heb steeds maar gedacht dat ik dat lampje zelf brandend moest houden. Maar weet je wat ik heb geleerd… ik hoef het niet te doen. Want God gaf ons Zijn Zoon, Jezus Christus. Hij ging voor mij dwars door de duisternis heen. De diepste duisternis van deze wereld en mijn leven kent Hij. En weet je wat Hij zegt? “Ik ben het Licht van de wereld, wie Mij volgt zal nooit in het duister hoeven te wandelen!”.
En dan het vijfde meisje… bent u dat? Heeft u genoeg olie in uw lamp? Ook vanmorgen klinkt de uitnodiging van de bruidegom! Hij roept uw naam en zegt: “Wees waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal! Maar Ik kom! Want dat heb Ik beloofd! Ik kom voor u en voor jou.”
Valt het wachten u zwaar… dreigt de olie op te raken…
Vanmorgen wordt de olie weer bijgevuld. Ook voor u is er genoeg. Want God wil niets liever dan dat u wandelt in het Licht met Jezus!
De duisternis is overwonnen en het hemelse Licht is verschenen. Ook voor U! Wandelt u mee?!