8 april: De twijfel te boven
- Nieuws
- 8 april: De twijfel te boven
De meditatie n.a.v. Johannes 20:24-29, wordt verzorgd door dominee Piet van 't Hof, predikant van de Hervormde Gemeente te Huizen.
Groot Nieuws
Muziekgegevens
1) Zingt vrolijk, looft de naam des Heren, Ps. 33:1,5 en 8
2) Geprezen zij de Heer, Opw.44
3) God, Schepper van de morgen, geen bundel
4) Wat een mensenoog niet zien kan, geen bundel
5) Heilig, heilig, heilig, Gez. 457; 1,2 en 4
6) Niet zien en toch geloven, Uit Aller Mond 225
7) U alleen, U loven wij, Ps. 75: 1, 4 4n 6
8) Ik geloof in God de Vader, geen bundel
9) Vader U bent goed, Opw. 630
10)O Jezus, mijn vreugd, o Jezus mijn kracht, Uit aller mond 57:1,2,3 en 4
11)Ruis, o godsstroom der genade, JdH 1
Meditatietekst
Lezen:Johannes 20: 24-29
24 En Thomas, een van de twaalf, Didymus genoemd, was niet bij hen toen Jezus daar kwam.
25 De andere discipelen dan zeiden tegen hem: Wij hebben de Heere gezien. Maar hij zei tegen hen: Als ik in Zijn handen niet het litteken van de spijkers zie, en mijn vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven.
26 En na acht dagen waren Zijn discipelen weer binnen en Thomas was bij hen. Jezus kwam terwijl de deuren gesloten waren, en Hij stond in hun midden en zei: Vrede zij u.
27 Daarna zei Hij tegen Thomas: Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig.
28 En Thomas antwoordde en zei tegen Hem: Mijn Heere en mijn God!
29 Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven.
De twijfel te boven
Eerst zien dan geloven. Het is een uitdrukking die zijn oorsprong vindt in het Bijbelgedeelte dat wij vanmorgen hebben gelezen. Ook voor Thomas gold eerst zien dan geloven. Het was voor hem te hoog, te wonderlijk dat Jezus werkelijk uit de dood was opgestaan. Thomas, zijn naam betekent: Tweeling. Mogelijk was hij één van een tweeling, maar de Bijbel geeft ons daar verder geen informatie over. Thomas lijkt sprekend op….… Misschien moet u moet jij je naam wel invullen. Thomas met zijn twijfel. Thomas met zijn verlangen naar zekerheid.
Voor Thomas was er geen Paasvreugde. Hij leefde met een gestorven Jezus in zijn hart. Al zijn hoop en al zijn verwachting was vergaan nu zijn Meester aan het kruis gestorven was. Hij trekt zich terug van de gemeenschap en zondert zich af in zijn verdriet. En let wel daar gaat het fout. Dat is ook een les die vanuit dit gedeelte tot ons komt. Nooit in het isolement treden, want dan zak je steeds dieper weg. Dan word het steeds donkerder in je leven. Juist in nood en verdriet hebben wij de gemeenschap nodig. Thomas plaatste zich buiten de kring van de discipelen en wat onthoudt hij zich daardoor veel. ‘En Thomas, een van de twaalf, Didymus genoemd, was niet bij hen toen Jezus daar kwam.’ Wat een gemiste kans! Thomas loopt de ontmoeting met de Opgestane Heer mis, doordat hij zich teruggetrokken had van de gemeenschap.
Voor de discipelen wordt het een onvergetelijke zondag. Een ontmoeting met de Opgestane Heer. En zij krijgen de opdracht om te getuigen van de overwinning die behaald is over dood en graf. Zij worden door Jezus de wereld in gezonden. Jezus zegt: ‘Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u.’ Zo zijn de discipelen gaan getuigen. En zij hebben geen streep gehaald door de naam van Thomas. Nee Thomas moet het weten en zij zullen het vol vreugde hebben uitgeroepen tot hun medebroeder: Wij hebben de Heere gezien. Thomas kom in de kring je hoort erbij. Liefdevol. Nodigend. Gunnend.
Maar de blijde boodschap van de tien broeders is afgeketst op het harde hart van Thomas. De deur van het hart van Thomas is in het slot gevallen. De Paasboodschap klinkt hem ongelofelijk in zijn oren. Hij gelooft niet zomaar op het gezag van anderen. Eerst zien en dan geloven. ‘Thomas wil eerst zien de littekens van de spijkers in Jezus handen.’ Maar zelfs het zien is voor hem niet voldoende. Het moet ook voelbaar en tastbaar zijn: ‘Als ik mijn vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven.’ Heel krachtig en stellig zegt Thomas het: ‘Ik zal beslist niet geloven.’ Thomas kan niet onvoorwaardelijk geloven. U herkent zich misschien wel in deze Thomas. Jezus leeft. Maar wat zie ik ervan? De dood keert als een refrein terug in het leven van iedere dag. Je mist een geliefde en ziet rondom u steeds mensen wegvallen. En weet: zelf ben ik ook een sterveling.
Maar Christus treedt de werkelijkheid van onze leefwereld binnen. Zo trad Jezus een week later ook het leven van Thomas binnen. Acht dagen later zijn de discipelen opnieuw bijéén. En Thomas was bij hen. Thomas maakt weer deel van de kring. En wat op de Paasdag gebeurde voltrekt zich een week na Pasen opnieuw. Discipelen zitten weer achter gesloten deuren. Maar gesloten deuren zijn voor Jezus geen verhindering. Hij weet ook ons wel te bereiken. Ook al zijn er bij ons vaak gesloten deuren. Ons hart dat van nature gesloten is voor de Heer en Zijn Woord. Maar Jezus weet er wel raad mee. Jezus treedt binnen ook als er gesloten deuren zijn van ongeloof en twijfel. Hij weet ons te bereiken. Hij opent harten van zondaren voor Zijn evangeliewoord. ‘En Jezus kwam terwijl de deuren gesloten waren, en Hij stond in hun midden. Treffend, vindt u niet? Jezus staat centraal. Hij staat in het midden van zijn kring van discipelen en Hij moet ook vanmorgen centraal staan. Dan wij zien op Hem de Levensvorst. Hij treedt ons tegemoet en zegt ook tot ons: Vrede zij u. Shaloom. Genade en vrede wil Christus ons schenken.
Die liefde en zorg van Christus wordt in dit gedeelte wel in het bijzonder zichtbaar. Christus heeft voor het geheel van Zijn discipelenkring oog, maar in het bijzonder voor de enkeling. Ook voor hem die het nog niet kon geloven, die verstrikt geraakt is in zijn eigen twijfel, in zijn eigen vragen en in het te klein van God denken. Jezus wendt zich tot Thomas. Nee je hoort geen verwijt. Hij komt zelfs nog tegemoet aan de voorwaarden die Thomas had gesteld. Kom maar dichterbij Thomas, hier ben Ik. Zie maar en voel maar. ‘Thomas wees niet ongelovig, maar gelovig.‘ En Thomas. Zou hij gevoeld hebben, zal hij zijn vingers gelegd hebben in Jezus wonden? Ik denk het niet. Zegt Jezus niet later zelf tegen hem: ‘Omdat u Mij gezien hebt Thomas, hebt u geloofd.’Ziende op Christus en horend Zijn oproep: wees niet ongelovig, maar gelovig, komt Thomas tot aanbidding. Komt hij tot een persoonlijke geloofsbelijdenis: Mijn Heere en mijn God. De twijfel is door Christus overwonnen en maakt plaats voor volkomen toewijding. Met die belijdenis geeft Thomas aan dat de Heere het volledig te zeggen heeft in zijn leven. Hij onderwerpt zich aan Hem en hij aanbidt Hem als de Koning van zijn leven. U bent mijn Heere, maar ook mijn God. Daarin erkent Thomas Jezus als de Zoon van God. Na een week van beproeving en duisternis breekt het licht van Pasen door in zijn leven. Stemt u in met Thomas, belijdt u het mee: ‘Mijn Heere en mijn God.’ De Heere zegt: Zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven. Voor de gelovige is het motto niet eerst zien en dan geloven, maar door te geloven ga ik pas echt zien!