Groot Nieuws
EO

17 sep: Eerst jij, dan ik

  1. Nieuwschevron right
  2. 17 sep: Eerst jij, dan ik

Muziek rond het thema n.a.v. Joh. 13:1-15, verzorgd door Ds. Marianne Paas-Feenstra, predikant van de Geref. Kerk in Woerden.

Muziekgegevens

1. Dan zingen zij, in God verblijd, Ps. 138:3 en 4
2. Samen in de Naam van Jezus, Opw. 167
3. Geprezen zij de Heer, Opw. 44
4. Toon mijn liefde, Opw. 705
5. Leer mij volgen, geen bundel
6. Je hebt je vrienden toen bijeen geroepen, Nw LvdK 998
7. Ik wil jou van harte dienen, Opw. 378
8. Leer mij Uw weg, o Heer, JdH 330
9. Geef vrede, Gez. 285 LvdK
10.Geef Heer de Koning Uwe rechten, Ps. 72: 1, 2, 6 en 11
11.Samen te dienen, Opw. 249

Meditatietekst

Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd. De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verraden. Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven, dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan, stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had. Toen hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’ Jezus antwoordde: ‘Wat ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’ ‘O nee,’ zei Petrus, ‘míjn voeten zult u niet wassen, nooit!’ Maar toen Jezus zei: ‘Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij mij horen,’ antwoordde hij: ‘Heer, dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd!’ Hierop zei Jezus: ‘Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal rein. Jullie zijn dus rein – maar niet allemaal.’ Hij wist namelijk wie hem zou verraden, daarom zei hij dat ze niet allemaal rein waren.
Toen hij hun voeten gewassen had, deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?’ vroeg hij. ‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen mij, en terecht, want dat ben ik ook. Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.

Meditatie

Ik herinner me nog dat ik als meisje logeerde op de boerderij bij mijn opa en oma.
Als mijn opa tussen de middag naar huis kwam omdat de warme maaltijd klaar stond, dan moest hij eerst zijn handen wassen.

Onder het aanrecht van de bijkeuken stond een grote bak met biotex.
Daar nam hij een handvol uit en begon er zijn grote, eeltige, vuile boerenhanden mee te boenen.

Een indrukwekkend gezicht vond ik dat. En die handen waren maar niet zo schoon.
Ik moest daar zelf ook af en toe in bad. Dat wil zeggen dat ik dan in zo’n ouderwetse zinken teil werd gezet en dat mijn oma mij met een ruwe washand waste.

Oma was niet zo zachtzinnig en kon mij hardhandig de oren wassen. Maar hoe vies kon ik nu helemaal zijn geworden, zo’n stadsmeisje..? Vuile handen maken, en die weer schoon zie te krijgen. Daar is meer voor nodig dan biotex. En iemand de oren wassen is één ding, maar iemand de voeten wassen...?

In het evangelie horen we dat de spanning rondom Jezus behoorlijk is opgelopen.
En meer dan ieder ander voelt Jezus zelf aan wat er staat te gebeuren. Jezus heeft met zijn vrienden over zijn dood gesproken. De evangelist vertelt ook dat ondanks de wondertekenen de mensen niet in Hem geloven. Zo wordt in het evangelie de balans opgemaakt.

Dit was het dan.

Zijn laatste uren brengt Jezus door met zijn vrienden. De kring van mensen die Hem het meest na zijn geweest, tot op dit moment. Zij zullen zijn goede nieuws straks verder moeten brengen. Zij moeten de wereld laten zien en horen wat het betekent dat Jezus deze weg gaat. Jezus reikt hen een beeld aan: het beeld van de voetwassing.

En dan botst het. Tussen Jezus en Petrus. Ach Petrus, niets menselijks is hem vreemd.
Petrus wil zo graag deel uitmaken van een groep succesvolle mensen, onder leiding van een machtige, succesvolle leider. Maar niets is minder waar. De beweging rond Jezus wordt steeds verder naar de marge geduwd. Het zal niet lang meer duren of ze duwen Jezus over de rand.

En intussen:
geen verzet,
geen oorlogstaal,
Jezus vecht niet voor zijn leven.
Intussen gedraagt Jezus zich als een dienstknecht,
als iemand die ergens onderaan staat op de sociale ladder. Jezus wast de voeten van zijn leerlingen.

Ik vermoed dat veel mensen wel even een drempel over moeten voordat ze toelaten dat een ander hun voeten aanraakt, ze liefdevol wast en afdroogt... Laat staan dat die ander ze ook nog kust... Dat is een bijna intiem gebeuren.

Petrus moet ook een grens over – zeker, hij is geraakt door Jezus, maar mag Jezus hem ook werkelijk op deze manier aanraken? Durft hij zich ook zo aan Jezus over te geven?
Als hij dan de drempel over is, dan is het ook weer echt Petrus... Alles of niets.

Was me dan ook maar helemaal! – zegt Petrus. Maar daar gaat het niet om, zegt Jezus.
Wij zijn dat niet erg gewend in onze samenleving, om elkaar de voeten te wassen.
Wij wassen elkaar liever de oren. In het groot en in het klein. Er is zoveel dat ons hindert om werkelijk dienstbaar te zijn...

Onze hoogmoed, waarmee we ons zo gemakkelijk verheffen boven een ander. Onze trots, die werkelijk contact in de weg staat. Onze starheid en behoudzucht, waarmee we vasthouden aan ons eigen gelijk. Onze eigen wil, die voor de zoveelste keer doorgedrukt moet worden... Onze angst voor verandering. Ons eigen ik – dat toch weer om voorrang schreeuwt. Alle ik-zucht breekt Jezus af – in dit liefdevolle gebaar dat ruimte geeft aan gebrokenheid en kwetsbaarheid.

Zo gaat Jezus voor op de weg van ‘eerst jij, dan ik’. Die weg zal Jezus zelf tot het einde toe volbrengen. En als je Mij wilt volgen, zegt Jezus – dan is dit inderdaad de Weg.