7 maart: De kleren van de koning
- Nieuws
- 7 maart: De kleren van de koning
Deze derde lijdenszondag begint met gewijde muziek en een meditatie in het programma Groot Nieuws. Het thema van deze morgen is ‘De kleren van de koning’, als emeritus-predikant binnen de PKN Jozias de Koeijer mediteert over Marcus 15: 16-24. Presentatie: Andries Knevel.
foto: Jozias de Koeijer
Jozias de Koeijer
Groot Nieuws
Muziekgegevens
1) Psalm 89: ‘k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheen, geen bundel
2) Heilig heilig heilig, LvdK gez. 457
3) Lam Gods, dat zo onschuldig, Ned. Herv. Bundel gez. 39
4) Hij kwam bij ons heel gewoon, Opwekking 268
5) Gij volken looft uw God en Heer, LvdK gez. 16
6) Daar zijn geen grenzen aan Jezus macht, Joh. De Heer gez. 881
7) Is dat, is dat mijn Koning, Ned. Herv. Bundel gez. 43
8) Welk een Vriend is onze Jezus, Joh. De Heer gez. 150
9) Jezus mijn Heiland, groot is Uwe liefde, Joh.de Heer gez. 62
10) Psalm 38: Groot en eeuwig Opperwezen, geen bundel
11) U Redde Mij, Opwekking 578
12) Daar is kracht in het bloed, Joh. De Heer gez. 542
13) Heilig heilig heilig, LvdK gez. 457
Meditatie
Markus 15:16,18,19,20,24
16 En de soldaten deden Hem een purperen mantel om, en nadat zij een doornenkroon gevlochten hadden, zetten zij Hem die op
18 en begonnen Hem te begroeten: Gegroet, Koning van de Joden!
19 En zij sloegen op Zijn hoofd met een rietstok en bespuwden Hem en zij vielen op de knieën en aanbaden Hem.
20 En toen zij Hem bespot hadden, trokken zij Hem de purperen mantel uit en trokken Hem Zijn eigen kleren aan en leidden Hem naar buiten om Hem te kruisigen.
24 En toen zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn kleren: door het lot te werpen bepaalden zij wat ieder ervan nemen zou.
DE KLEREN VAN DE KONING
Vanuit Markus 15 ontdekken we drie meditatieve momenten
1. Jezus verkleed
2. Jezus aangekleed
3. Jezus uitgekleed
1. Jezus verkleed
Wat is er nou leuker dan een verkleedpartijtje? Wie heeft het als kind nooit gedaan? Bruiloftje spelen met een laken op je hoofd als bruid. Of domineetje spelen, gehuld in de zwarte jas van opoe die net op bezoek was. Hoe onschuldig! Maar, wat vindt u van dit laaghartige omkleedspektakel? De kruissoldaten hebben zojuist op een of andere manier opgevangen dat deze Mens betiteld werd als Koning. Nou, dat zullen ze ‘m dan eens even maken! Alle attributen hebben ze voorhanden. Een paar dode, dorre doorntakjes die als aanmaakhoutjes bij het vuur liggen, vormen zijn koningskroon. Zo wordt hij een heuse brandhoutkoning. Een roodgekleurde soldatenmantel wordt deze stakker omgehangen en zo lijkt hij een ware speelgoedkoning om wie je kunt lachen en gieren. Nu nog een stokje in z’n hand als scepter en hij lijkt echter dan echt. Voor zo’n royalty buig je als een knipmes en kwijl je van vertier en zo kun je ‘m al spuwend eer bewijzen. Lang leve de lol! En, lang leve de Koning!
O ja, ik sta erbij. U ook? Al mediterend klinkt er zomaar een lied door m’n hoofd, terwijl ik daar bij die leutige, carnavaleske kerels sta. Een oude vraag dringt zich aan mij op: Is dat, is dat mijn Koning? Moet Hij dat spotkleed dragen, dat riet, die doornenkroon? Lijdt Hij die smaad, die slagen? Hij, God, uw eigen Zoon! Zeker, humor heeft op z’n tijd zin en sense, maar vanmorgen alstublieft eens even geen onzin en nonsens. Pure ernst past. Dat kan lijden in deze Stille Week. Wie is deze lijdende Koning voor mij? Is mijn godsdienst misschien slechts een farce en een klucht? Een komediespel en een theater. Al mijn vermeende vroomheid ten spijt?
Dan toch maar die oude woorden als moment van bezinning: Ja, ik kost Hem die slagen, die smarten en die hoon; ik doe dat kleed Hem dragen, dat riet, die doornenkroon. Ik sloeg Hem al die wonden, voor mij moet Hij daar staan, ik deed door mijne zonden Hem al die jammeren aan. Laat mij toch nooit vergeten die kroon, dat kleed, dat riet; dit trooste mijn geweten: ’t is al voor mij geschied.
2. Jezus aangekleed
Het spelletje is gespeeld. Kinderen kunnen ’t soms ineens zat worden. Wat nu? Er is werk aan de winkel voor de mannen. Na de conclusie dat Pilatus met deze zogenoemde koning niets beginnen kan, heeft hij hem aan de meute overgegeven. En nu? ‘Kom op, jongens nu moet jullie je Komediekoning kruisigen. Dat hoort bij jullie werk en leven’.
Ik weet niet hoe u erover denkt, maar al lezend, krijg ik toch wat deernis met deze vechtersbaasjes. Want hoe bespottelijk en dwaas ze ook handelen, ze willen Hem toch ook weer niet als Spotkoning de straat op sturen. Immers we lezen: ‘En toen zij Hem bespot hadden, trokken zij Hem de purperen mantel uit en trokken Hem Zijn eigen kleren aan en leidden Hem naar buiten om Hem te kruisigen.’ Ze trokken Hem Zijn eigen kleren aan. Die mantel die Hij droeg toen Hij de kinderen zegende en toen Hij de broden brak en vermenigvuldigde. Die Joodse jas met die gedenkkwasten die ooit was aangeraakt door een zieke vrouw. In die kledij moet Hij naar de executieplaats. Zo en niet anders. In Zijn eigen kleren. In Zijn werkkleren. Zo gaat Hij de dood tegemoet. De koning gaat gekleed als één van Zijn onderdanen. Zo gaat Hij naar Zijn troon. In burgerkleren. Als één van ons.
En ik sta erbij en ik kijk ernaar en opnieuw hoor ik een lied over de Koning-knecht: Hij kwam bij ons, heel gewoon, de Zoon van God als mensenzoon. Hij diende ons als een knecht en heeft zijn leven afgelegd. De koningsmantel wordt Hem uitgetrokken en de knechtskleren worden Hem aangedaan. In mijn plunje draagt Hij het kruis. In mijn alledaagse pak gaat Hij naar de dood. En wonder, van alle wonderen: Nu lees ik niet langer: ‘Ze trokken Hem Zijn eigen kleren aan’, maar ‘Hij trok mijn eigen kleren aan!’
3. Jezus uitgekleed
Ondertussen hebben de soldaten als begeleiders van die ene Joodse man een hele kruisstatie gelopen. Met vallen en opstaan. En nadat ze Hem op de executieplek gekruisigd hebben, is het nu weer tijd voor een pauze met wat amusement. Enige uren geleden hebben ze Hem verkleed en weer aangekleed en nu… nu hebben ze Hem zojuist helemaal uitgekleed. Tot op het blote bot. Naakt en bloot. Het hoopje kleren dat Hem toebehoorde, ligt onder het kruis. ‘Zullen we een spelletje dobbelen, mannen?’ Een dobbelpot van kleren. Wie waagt, die wint!
Ik ben meegelopen. Net als deze kruiskrijgers. Net als Simon van Cyrene. Net als Jezus’ vrienden. Net als Zijn moeder. Nee, over een artistiek lendendoekje of vijgenblad lees ik in geen enkel Evangelie. Letterlijk: Uitgekleed. Ik wil het niet horen. Naakt. Ik wil het zeker niet zien. Daar hangt Hij: naakt en ontbloot. Hoe noemen we deze dracht ook alweer? Ik weet het. Ik kom erachter aan de voet van het kruis. Adamskostuum. Jezus uitgekleed. De mens zoals God hem ooit schiep. Gaaf en goed. Daar hangt de Tweede Adam. Ontkleed, geschaafd en geschonden.
Waarom toch? Opnieuw hoor ik een lied op de plek van het oordeel. Psalm 22 komt terug in woord en melodie: ‘Mijn lijf verteerde tot de lege som van mijn geraamte’. Waarom? Ik hoor een stem:
‘Ik voor u, daar gij anders..’
‘Ik ontkleed voor jou, om jou te kleden met de klederen des heils’
‘Ik ontbloot, om de schande van jouw naaktheid met de mantel der liefde te bedekken’.
‘Ik voor u!’ Waarom? Daarom!
Hoe kom ik eraan? Hoe kom ik erbij? Door een lot uit de pot? Door een geworpen teerling? Door wat mazzel en een treffer? Door wat lol en leut? Ach, houd maar op en wees maar stil. Jezus, verkleed, aangekleed en uitgekleed. ’t Is uiteindelijk niet de kille humor van een stel soldaten, maar de warme genade van God. In de taal van Jezus heet het ‘we cheen Adonai’. En in het Jiddisch hoor ik zomaar het woordje ‘gein’. Wie had dat ooit kunnen bedenken; Gods genade, Gods gein in een verklede, aangeklede en uitgeklede Jezus… En weet wel; het is geen geintje, want daarvoor is Zijn genade te groot. Wie deze gein/genade vat, die heeft eeuwige, blijde toekomst…