24 juni: God geeft het zijn beminden in de slaap
- Nieuws
- 24 juni: God geeft het zijn beminden in de slaap
De meditatie met als thema: ‘God geeft het zijn beminden in de slaap’ (Psalm 127) wordt verzorgd door dominee Gerard Krol van de Hervormde Gemeente in Geldermalsen
Groot Nieuws
Playlist:
1) Prijs mijn ziel de Hemelkoning, NHB Gez. 147
2) Als ik hem maar kenne, NHB Gez. 223:1, 2 en 3
3) Ik weet in wie ik geloofd heb, Joh.de Heer 112
4) Volle verzeek’ring, Joh. de Heer 197
5) Nu zal mijn ziel, nu zullen al mijn zinnen, psalm 18: 9 en 15
6) Stromen van zegen, Joh. de Heer 57
7) Leg maar stil je hand in Zijn handen, Joh. de Heer 312
8) Heer, wijs mij Uw weg, Opw. 687
9) Dicht bij het hart van God, LdHeils 421
10)Dat ons loflied vrolijk rijze, Joh. de Heer 34
11)Zingt een nieuw lied voor God de Here, LvdK Gez. 320
12)Zegen ons algoede, LvdK lied 456
Meditatietekst
God geeft het Zijn beminden in de slaap. Slaap is heel gewoon. Het hoort bij ons dagelijks ritme. Hoe bijzonder en belangrijk dat is merk je pas als je slaapproblemen krijgt. Het scherpst is het wel onder woorden gebracht door de dichter J.C.Bloem, in de eerste regels van zijn gedicht Insomnia: ‘Denkend aan de dood kan ik niet slapen, en niet slapend denk ik aan de dood, en het leven vliedt gelijk het vlood, en elk zijn is tot niet zijn geschapen.’ Deze sombere woorden zijn helaas niet onherkenbaar; integendeel. Wie eerlijk is zal aangeven dat dit gevoel hem of haar ooit weleens is overvallen. Sommigen wel meer dan eens. God geeft het Zijn beminden in de slaap. Het zijn woorden uit Psalm 127. Deze Psalm is een lied uit de 15 bedevaartsliederen die we in het Psalmboek vinden. Deze staat precies in het midden van de pelgrimsliederen. In de Bijbel – zeker in het Oude Testament – is het begrip ‘midden’ belangrijk. Dat midden is om zo te zeggen ‘het hart’; dat waar alles omheen is geschakeerd. Welnu, als Psalm 127 de middelste van deze pelgrimsliederen is; uit het hart komt van de liederen die gezongen werden bij het opklimmen naar Gods tempel, de zang die klonk onderweg naar die ontmoetingsplaats van de Here God en Zijn volk; God en mens bijeen. De Psalm luidt zo:
Een bedevaartslied. Van Salomo.
Als de HERE het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan;
als de HERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter.
Het is voor u tevergeefs, dat gij vroeg opstaat, laat opblijft, brood der smarten eet –
Hij geeft het immers Zijn beminden in de slaap.
Zie, zonen zijn een erfdeel des HEREN, een beloning is de vrucht van de schoot.
Als pijlen in de hand van een held, zo zijn de zonen der jeugd.
Welzalig de man die zijn pijlkoker met deze heeft gevuld.
Zij worden niet beschaamd, als zij spreken met de vijanden in de poort.
Hij geeft het Zijn beminden in de slaap. Dat is het midden van dit lied voor onderweg. En in het hart daarvan dat ene Woordje ‘Zijn beminden’. Zijn geliefden, letterlijk klinkt daar de naam van David in door. David betekent zoveel als ‘beminde; geliefde’. Dit lied staat op naam van Salomo, de zoon van David. Zoon van David; dat is ook een titel van de Messias, van de Gezalfde van Israël. De Here Jezus wordt ook Davidszoon genoemd. We zingen het met Kerst ‘Davidszoon, lang verwacht’. Dit is Mijn Geliefde, hoor naar Zijn stem. Jezus als Geliefde van God. Maar u niet minder, immers u als gelovige mag bij het lichaam van Christus horen. Hij geeft het Zijn beminden in de slaap. Dromen. Dromen zijn bedrog zingt een bekend liefdesliedje. Zeker zijn niet alle dromen van de Here God afkomstig. En toch; soms zijn er dromen, die meer zijn dan een verwerking van de nacht of van je onbewuste gedachten – verlangens of angsten; dat kan allebei. Er zijn genoeg Bijbelse voorbeelden. Jacob wanner hij bij een steen slaapt als hij onderweg is bij Bethel. De dromen van Jozef, zowel de dromen die hij ontvangt als die hij mag uitleggen. Daniël; ook zo’n dromer. Jozef, de verloofde van Maria droomt ook en ontvangt daarin de bemoediging en de Naam van de Zoon van Maria, Die Zoon van God is. Maar ook in onze levens kunnen zich echte dromen voordoen, die diepe betekenis hebben. Bekend is de uitspraak van Martin Luther King die zei: ‘Ik heb een droom’ en door het uiten daarvan mensen instaat heeft gesteld stappen te zetten tegen de onrechtvaardige discriminatie. In mijn familie wordt verteld over een verre voorvader die een droom had. Het gaat om een zekere Joost van Ramshorst. Hij leefde in het eind van de 18e eeuw. Hij was koopman in tabak en graan, leefde in Nijkerk en was een serieuze gelovige. In de kerkenraad had hij zitting als ouderling of diaken. Over hem worden in de familie een paar prachtige verhalen verteld. Deze Joost werd kennelijk op een keer na zijn vaste middagslaap wakker. Hij had een droom gehad. Hij gaf zijn knecht opdracht om een kar vol te laden met allerlei etenswaar en dranken. Daarna moest de knecht op de bok van de wagen plaatsnemen, maar zonder de teugels in de hand te nemen. Waar het paard zou stoppen, daar moest hij de kar afladen. Na een tijdje hield het paard stil en begon de knecht af te laden zoals hem was opgedragen. Naar gezegd wordt kwam een meisje naar buiten dat ogenblikkelijk rechtsomkeert maakte en het huisje weer inliep luidkeels roepend: “Mama, Mama; ons gebed is verhoord!” Ik vind dat een ontroerende geschiedenis. Dat verhoorde gebed en die droom die daar kennelijk op aansloot. Dromen zijn dus niet altijd mijn dromen, voor wat ik wil bereiken, wat ik zou willen verwerven. Dromen kunnen er juist ook zijn voor een ander, iemand die ik niet zo gauw had gezien, iemand die buiten mijn blikveld zich bevindt. In de droom wordt je hart er misschien wel voor geopend. Ik denk dat Bijbelse dromen ook zo zijn. Zij zijn er niet voor het gewin, of om een carrière te kunnen verwezenlijken. Zij spreken tot ons om ons te tonen hoe Gods liefde kan werken. Hebben we in onze zakelijke samenleving daar nog ruimte voor? Durven we de dromen ook toe te laten? Om ze zo betekenis te geven? Zulke dromen zijn geen luchtspiegelingen. We vierden zojuist het Pinksterfeest en daar wordt verkondigd en aan ons hart gebonden dat jongeren gezichten zullen zien en ouden dromen zullen dromen. Dat is haast het tegendeel van sukkelig indutten. De Bijbel waarschuwt: een beetje slapen en sluimeren, een beetje liggen met gevouwen handen, zo komt uw armoede. Het gaat om vertrouwen. De Here Jezus tekent de komst van Gods Koninkrijk als een mens die slaapt en opstaat en het zaad komt ondertussen op en groeit, zonder dat hij er iets aan toevoegt. Dat vaste geloofsvertrouwen is sterker dan de dood.