Groot Nieuws
EO

8 augustus: Slapeloze nachten

foto: Willem Jan de Bruinfoto: Willem Jan de Bruin
  1. Nieuwschevron right
  2. 8 augustus: Slapeloze nachten

In Groot Nieuws mengen gewijde muziek, presentatie en meditatie zich tot een harmonieus geheel. Vanmorgen mediteert presentator Andries Knevel over Psalm 63 onder het thema ‘Slapeloze nachten’.

Groot Nieuws

foto: Willem Jan de Bruin

Andries Knevel

Muziekgegevens

1) Psalm 4: Wil mij, wanneer ik roep, verhoren, geen bundel

2) Veilig in Jezus’ armen, Joh. De Heer gez. 523

3) O grote God die liefde zijt, LvdK gez. 481

4) Jezus ga ons voor, Joh. De Heer gez. 650

5) Hij kwam bij ons heel gewoon, Opwekking 268

6) Psalm 63: O God, Gij zijt mijn Toeverlaat, geen bundel

7) Ik val niet uit zijn hand, Opwekking 727

8) Psalm 84: Hoe lief’lijk, hoe vol heilgenot, geen bundel

9) Hoe groot zijt Gij/How great Thou art, Opwekking 407

10) Als God, mijn God, maar voor mij is, Ned. Herv. Bundel gez. 201

11) Grote God wij loven U, LvdK gez. 444

12) How great Thou Art, Opwekking 407

Meditatie

Mag ik u eens vragen, heeft u wel eens slapeloze nachten? Of iets minder, nachten, waar u heel veel wakker ligt? De meesten van ons zullen het wel kennen. Slapeloosheid kan te maken hebben met een ziekte of erfelijke belasting, maar je kunt ook wakker liggen omdat het in je hoofd aan het malen is. Dan heb je een hart onrustig vol van zorgen, om met Psalm 42 te spreken.

En dat kan veel zijn: je maakt je zorgen over je gezondheid, na een naar bericht van de arts. Je maakt je zorgen over de gezondheid van je geliefden, je kinderen, je kleinkinderen. Je maakt je zorgen over je kleinkinderen als ze de Here niet vrezen. En in deze maanden misschien wel direct, je maakt je zorgen over de vraag hoe je de eindjes nog aan elkaar kunt vastknopen, nu het werk, of de baan of het bedrijf is weggevallen.

Er is in het leven zoveel om je zorgen over te maken en het lijkt mij, dat bij het ouder worden de zorgen alleen maar toenemen. En dan lig je te woelen in je bed, in de hoop dat die slaap eindelijk eens komt.

In psalm 63 lijkt David ook te woelen in zijn bed. Daar heeft hij alle reden toe. Maar er is iets bijzonders. Er staat ”wakend in de nacht, prevel ik uw naam.” In het Hebreeuws staat het woord: fluisteren. Hij ligt wakker, misschien wel van zorgen, maar die domineren niet. Nee, hij denkt in deze nacht aan God en bepeinst zijn naam.

Wat is er aan de hand? David zit in de woestijn van Judea, waarschijnlijk op de vlucht voor zijn zoon Absalom. En hij heeft het warm. Ik ben een paar keer in deze woestijn geweest en het kan er vreselijk heet zijn. Als je geen water bij je hebt, of geen water in de kleine bronnen vindt, houd je het er niet lang uit.

Vaak in psalmen, zeker ook de psalmen van David, klinkt er eerst een klacht, een roep om God, en veelal volgt er de uitredding en eindigt de psalm in een paar dankregels. Maar niet in Psalm 63. David is op de vlucht, hij heeft het warm, maar hij belijdt God als zijn God. De eerste regel luiden: God, u bent mijn God, u zoek ik. Dat is een soort korte geloofsbelijdenis. In een land dat dor en dorstig en zonder water is, belijdt hij God als zijn God. Mooi als je dat kunt doen.

We kennen allemaal onze woestijn. We hebben allemaal onze woestijnervaring en soms kan het leven heel zwaar zijn. Te zwaar naar je eigen beleving. En dan toch te belijden: God u bent mijn God. Dat is genade, dat geeft misschien ook wel rust. In ieder geval wel bij David, want daarom kan hij op zijn bed de naam van God prevelen. Ik hoop dat u dit kent. Juist God belijden als het tegenzit. In de beproeving, in de aanvechting.

Wat hem tot deze belijdenis bracht? Dat staat in het volgende vers: hij was in de tempel geweest en had daar God ontmoet. U weet dat in het Oude Testament God zich heel in het bijzonder aan een plaats had verbonden: de tempel in Jeruzalem. Daar trokken de mensen naar toe op de grote feesten, daar werd geofferd. En daar is David weer onder de indruk van God gekomen. Daar zag hij dat de goedertierenheid van God, meer is dan het leven. In andere vertalingen staat: liefde, of trouw.

Hij had daar God ontmoet in zijn neerbuigende liefde voor mensen zoals David, een zondaar Veel meer dan David hebben wij die grote liefde van God gezien in de komst van Christus. Als David al onder de indruk was van de liefde van God, hoe moeten wij dat dan wel niet zijn?

We hebben geen tempel meer, maar iedere dag mogen wij stilstaan bij dat grote wonder, dat God mens werd, dat hij gelijk aan ons is geworden, dat hij zich vernederd heeft, dat hij de kruisdood is gestorven en dat hij is opgestaan. En dat alles voor een verloren mensengeslacht. Wat David misschien in een schaduw zag, mogen wij volop weten.

Dan komt de vraag op, als David in de woestijn, met zijn zoon achter hem aan, lippen had om God te prijzen. Hoe veel te meer wij? Ik weet het. Soms is het verdriet te groot, soms zijn de omstandigheden zo zwaar, dat al weet je van het wonder van het kruis, het je toch niet lukt, om zoals David zegt: u te prijzen, mijn leven lang. En we weten uit andere psalmen, dat hij er vaak doorheen zat, juist ook geestelijk. Maar deze psalm mag er ook zijn, de oproep om God te loven in de ellende.

Ja, en als hij dan verteld heeft, over de tempel, waar hij de goedertierenheid van God heeft gezien, en als hij dan als het ware opgetogen heeft verteld hoe hij God looft. Er staat: “Jubel ligt op mijn lippen, mijn mond zal u loven”, dan denkt hij terug aan de mooie momenten van de slapeloosheid. In een andere psalm, psalm 4, heeft hij het ook over slapen. Daar zegt hij:

In vrede leg ik mij neer

En meteen slaap ik in

Want u Here laat mij wonen

In een vertrouwd en veilig huis

In deze psalm slaapt hij meteen vol vertrouwen in; in Psalm 63 ligt hij wakker, maar dat vindt hij helemaal niet erg. Hij heeft tijd om aan God te denken, misschien wel in de drukte van het leven, of in zijn geval in de drukte van de vlucht. En hij bidt. Ja, hij bidt. Hij fluistert de naam van God.

Ik ga slapeloosheid niet idealiseren, ik weet ervan, maar soms, ja soms, kan het zijn, dat je temidden van de zorgen die je, en dan met name ’s nachts, kwellen, je zo maar gaat bidden. Misschien niet eens mooie zinnen, maar gewoon, gefluister, geprevel. Misschien wel een zuchten naar God, meer niet.

Maar wel vanuit het geloof, dat in vers 1 staat: God, u bent mijn God, u zoek ik. David kan dit doen, omdat hij terugkijkt op zijn leven en dan ziet hoe God er altijd bij is geweest, ook toen het moeilijk was. Want toen hield de rechterhand van God hem vast. Mooi als je dat je kunt herinneren als je in bed de naam van God prevelt.

Aan het slot van de psalm vertelt David wat hij zijn vijanden toewenst, en dat moeten we verder maar aan God overlaten. Hij belijdt wel. De Koning zal zich verheugen in God. Mooi om zo samen een psalm te lezen, die midden in het leven staat. Midden in de ervaring van de woestijn.

Ik heb deze meditatie de titel gegeven: slapeloze nachten. Maar ik had ook kunnen kiezen voor: psalmen zingen in de woestijn, of God loven als het tegenzit, of bidden in de nacht. Allemaal titels die iets te maken hebben met vertrouwen op God, in een tijd dat het moeilijk is. We gaan nu naar Psalm 63 luisteren en ik hoop dat u een beetje met David mee kunt prevelen.

Wanneer ik op mijn legerstee

Aan u gedenk, in stille nachten

Dan peinst mijn ziel met al haar krachten

Hoe Gij voorheen in angst en wee

Mij vaardig zijt ter hulpe geweest.