Groot Nieuws
EO

28 januari: Thuis zijn

  1. Nieuwschevron right
  2. 28 januari: Thuis zijn

Muziek rond de meditatie n.a.v. Lucas 15:11-24, verzorgd door dominee Jan Verlinde, predikant van de PKN in Axel.

Groot Nieuws

Muziekgegevens

1) Maar ’t vrome volk in U verheugd, Psalm 68:2 en 10

2) Mijn schuilplaats is in God, geen bundel

3) Wat een liefde, Opw. 625

4) Verlosser, vriend, o hoop, o lust, Gez. 452 LvdK

5) Laat mij bij U zijn, geen bundel

6) Veilig thuis, geen bundel

7) Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot, Ps. 84: 1, 2 en 6

8) Veilig in Jezus’ armen, JdH 523

9) Als een hert dat verlangt naar water, Opw. 281

10)O denk aan het huis bij de Heer

Meditatietekst

Als ik u nu zou vragen, ‘Wat is thuis voor u?’, wat zou u dan zeggen?

Als ik hier het hier met mensen over heb, zeggen zij: ‘Thuis is voor mij een plaats waar ik veilig ben – waar er ruimte is om mezelf te zijn – een plaats waar je op adem kan komen’. Mensen zeiden ook: ‘thuis zijn gaat over gekend zijn en kennen – herkennen van gebruiken en gewoonten. Daar waar je aan een half woord genoeg hebt of daar waar je vandaan komt …’

Tijdens de voorbereiding van vanmorgen stuitte ik op een liedje van Elvis Presley: ik weet niet of je het kent, maar daarin zingt hij:

‘Home is where the heart is
And my heart is anywhere you are
Anywhere you are is home’

Oftewel: ‘Thuis dat is daar waar het hart is. En mijn hart is overal waar jij bent. Ja overal waar jij bent, is thuis.’ Een prachtig nostalgisch plaatje voor op de zondag namiddag…?

Maar het is wel een hele mooie benadering: je bent thuis waar die ander is met wie jij je hart deelt. En dan heeft ‘thuis’ dus niet allereerst te maken met een plaats, maar met een persoon. Als je maar met elkaar bent, dan is het goed. Herken je dat?

En vanmorgen wil ik benadrukken dat dit ook zo is bij God.

Als je in Hem gelooft, als Hij jouw hart heeft, dat Hij jou tot een veilig huis wil en kan zijn, een thuis.

Psalm 92 zegt: “Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende, zegt tegen de HEER: ‘Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God, op u vertrouw ik.”

Dat is zoiets moois en kostbaars als je die ervaring mag kennen dat je bij God jezelf thuis voelt.

Helaas is de praktijk van onze levens vaak zo anders;

En leven we niet vanuit de rust en liefde van de Vader. Hebben niet de God de Heer als ‘woning’.

Home is where the heart is… maar onze harten. Ja, ons hart… waar hangt het soms hele dagen uit. Dwalend en dolend.

Soms is het volgens mij net zover verwijderd van huis als de Verloren Zoon.

De Verloren Zoon… wat hou ik van die jongen. Want ik vind hem zo herkenbaar. Die twee bewegingen die hij maakt.

De drang van hem enerzijds: afreizen, weggaan uit het bekende, en losbandig leven. Doen waar je zin in hebt, aan niemand verantwoording afleggen. Dwalen in den vreemde. Opgaan in je lusten, in bras- en slemppartijen.

En anderzijds die andere beweging. Tot jezelf komen, ontnuchteren en je beseffen wat daadwerkelijk wezenlijk is. Dat je thuis wil zijn – veilig, beschut, geliefd. Dat je vrede wil hebben in je hart.

Herkennen jullie dat in jezelf? Die dubbelheid. Die neiging naar beiden.

De bijbel zegt in Romeinen 6: 23: ‘Het loon van de zonde is de dood’ En dat is ook wat de zoon daar in den vreemde begint te ervaren.

De mensen, zijn zogenaamde vrienden keren hun rug naar hem toe zodra zijn portemonnee leeg is, laten hem vallen als een baksteen.

Eenzaamheid wikkelt zich om hem heen. Hij krijgt honger, de overvloed, de weelde is verleden tijd. Een leegte vervult hem. En tenslotte zit hij bij de varkens neer – in het Jodendom zijn dit onreine beesten. Zo zou je kunnen zeggen: Onreinheid is zijn metgezel.

De zonde: zo verleidelijk, zo vol belofte. Maar haar ware gezicht is hol en leeg: de dood zelve.

En toch, toch zeg ik je vanmorgen, is zij – de zonde - niet zonder God.

Want juist in de ellende, herinnert hij zich weer zijn vader, zijn thuis, wordt het verlangen tot bekering geboren.

Om met psalm 84 te spreken - hij komt tot het besef: ‘dat het uiteindelijk toch beter is op de drempel te zitten van Gods huis, dan te wonen in de weelde en de paleizen van zij die zonder God zijn.’

En natuurlijk, die ommekeer hier van de Verloren Zoon is geen vanzelfsprekendheid - in die zin dat dit altijd zo gebeurd, maar er spreekt hoop uit dit verhaal voor ons allemaal.

Want juist, juist in de ellende, kunnen de genade van God en zijn verlossing zo helder zichtbaar voor ons worden.

Daarom kan zoiets als eenzaamheid zo goed zijn: juist als diegene met wie je je zo verbonden wist niet meer daar zijn > of als je je niet gekend voelt door de mensen om je heen: het is een gelegenheid om je tot God te wenden.

Of angst, angst voor mensen, angst voor de dood > het kan zo vruchtbaar zijn omdat het je bepaalt bij God. Wie de kwetsbaarheid – de broosheid van het leven ervaart, kan ontdekken: ‘mijn schuilplaats, mijn toevlucht bent U.

Juist daar – in de zonden en de verlorenheid – waar God als een mot al je geluk wegvreet(psalm 39) – ligt een weg terug.

Dus als jouw bestaan ellendig is: verheug, en wanhoop niet > want God is nabij, er is vanuit waar jij nu bent een pad naar het huis van de Vader, naar zijn vrede en vreugde.

En weet je wat: Dan staat er geschreven: Hij kwam tot zichzelf > en hij ging terug: ‘Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem.’

‘Deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.’