25 juli: God bewaart Zijn volk!
- Nieuws
- 25 juli: God bewaart Zijn volk!
Gewijde muziek en een meditatie in Groot Nieuws. Deze zondagmorgen staat de vers 2 van Psalm 121 centraal. Ds. Jurrian Oosterbroek, predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Dronten mediteert hierover onder het thema ‘God bewaart Zijn volk!’ Presentatie: Andries Knevel.
Groot Nieuws
foto: Jurrian Oosterbroek
Jurrian Oosterbroek
Muziekgegevens
1) Psalm 97 ‘God heerst als Opperheer, Oude Berijming 1773
2) Zingt voor de Heer een nieuw gezang, Gezang 225 LvdK ‘73
3) Verlosser, Vriend, o hoop, o lust, Gezang 452 LvdK ‘73
4) Hij is erbij, Lied 729 Opw.
5) Het dorre land zal juichen, Lied 107 Bundel Uit Aller Mond
6) De Heer is mijn Herder, Lied 493 Joh. de Heer
7) Psalm 121 ‘k Sla d’ ogen naar ’t gebergte heen’, Oude Berijming 1773
8) Als ik Hem maar kenne, Gezang 223 NH-Bundel
9) God is getrouw, Zijn plannen falen niet, Gezang 304 LvdK ‘73
10) Prijst Hem, prijst Hem, Lied 442 Opw.
11) Dat ons loflied vrolijk rijze, Lied 34 Joh. de Heer
Meditatie
Psalm 121
1Een pelgrimslied. Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal.
2Mijn hulp is van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.
3Hij zal uw voet niet laten wankelen, uw Bewaarder zal niet sluimeren.
4Zie, de Bewaarder van Israël zal niet sluimeren of slapen.
5De HEERE is uw Bewaarder, de HEERE is uw schaduw aan uw rechterhand.
6De zon zal u overdag niet steken, de maan niet in de nacht.
7De HEERE zal u bewaren voor alle kwaad, uw ziel zal Hij bewaren.
8De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid.
De dichter van deze psalm ziet als hij zijn ogen opslaat bergen.
Misschien net zoals u of jij die op vakantie bent en de Alpen ziet liggen. Van die grote rotsformaties met eeuwige sneeuw. Geweldig imposant. Wat voel je je als mens dan klein en wat is de natuur groot!
De bergen die deze dichter bedoelt zijn minder imposant, het zijn de bergen rondom de stad Jeruzalem. Wij zouden het eerder heuvels noemen.
De dichter is met andere mensen onderweg naar Jeruzalem om daar feest te vieren in de tempel. Als het even kon, ging een gelovige Israëliet tenminste één keer per jaar naar Jeruzalem, de stad van God, om daar met heel veel andere pelgrims God te ontmoeten. Soms moest iemand daar een aantal dagen voor lopen over onverharde en moeilijk toegankelijke wegen.
Als die pelgrims de stad naderen, gaat er een gons van blijdschap door hen heen. We zijn er bijna. Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp zal komen.
Mijn hulp is van de Heere, Die hemel en aarde gemaakt heeft.
We zijn bijna dicht bij God, daar waar we willen zijn!
Hij is onze hulp!
Hoe die hulp van God er uit ziet, blijkt uit het vervolg van de psalm.
a) Hij laat je voet niet wankelen. Dat is natuurlijk geweldig als je dagen moet lopen. God zorgt ervoor dat je stevig vast staat en je je enkel niet verstuikt.
b) De Bewaarder zal niet sluimeren of slapen. Als het in de tijd van het Oude Testamen niet goed ging in de omgeving van Israel dan hoorde je vaak dat de godheid slaperig was. De God van Israel helpt door actief aanwezig te zijn. Hij slaapt niet en Hij sluimert niet.
c) De Heere is uw schaduw aan uw rechterhand. Als de zon fel schijnt, zoals dat in Israel vaak het geval is, is schaduw heel hard nodig. God zorgt daarvoor. Overdag loop je geen zonnesteek op en ’s-nachts steekt de maan niet. De maan is in de Bijbel altijd het symbool van het kwade.
d) De Heere zal u bewaren voor alle kwaad. Wat er zich onderweg naar Jeruzalem ook allemaal voor kan doen. De Heere beschermt je.
e) Zover gaat dat, dat Hij zelfs je ziel bewaart. Je diepste kern, je ik. God zorgt daarvoor.
f) Hij bewaart je uitgaan en je ingaan. Als je de stad weer verlaat na het feest, Hij is er bij en als je de volgende keer weer binnenkomt, Hij zorgt voor je!
Dat is nog eens hulp. Als deze God voor je is, dan kan je helemaal niets gebeuren!
Maar klopt het wel? Gaat je leven over rozen als je zegt dat de Heere je hulp is? Zal echt geen kwaad je treffen? Ik kom veel mensen tegen die dit een prachtige psalm vinden, maar die lang niet altijd ervaren dat God ze bewaard heeft voor alle kwaad.
Wat kan er veel ellende zijn in je leven, wat kunnen er een zorgen zijn.
In de dingen die de dichter noemt zit een climax. Van je voetzool tot je ziel, je diepste kern. God zorgt ervoor. En niet één dag, maar continue, van nu aan tot in eeuwigheid..
De psalm geeft geen antwoord op de vraag naar het lijden, naar de oorsprong van het kwaad in ons leven. Daar helpt een andere psalm bij, Psalm 23. In het midden van die psalm staat een zinnetje wat van veel belang is: zelfs al ga ik door het donkere dal van de schaduw van de dood, ik ben niet bang, want U bent bij mij.
Dat is het. Zelfs in de grootste nood, zelfs in de diepste ellende is God erbij.
De focus van Psalm 121 ligt niet op de ellende, maar op de God, Die helpt. Deze God garandeert als je op reis gaat met Mij, als je als pelgrim op reis gaat naar Mijn stad, je komt op tijd aan voor het feest!
De psalm krijgt nog een diepere lading als we deze lezen met de Heere Jezus Christus.
Mijn voet hoeft niet te wankelen, omdat aan het kruis van Golgotha Zijn voeten kapot gemaakt werden.
Hij is altijd wakker voor ons omdat Zijn Vader Hem verlaten heeft aan het kruis.
Geen zonnesteek, geen kwaad omdat Hij kapotging onder de straf die wij verdiend hadden.
Alle kwaad ging over Hem heen, daarom wil Hij ons bewaren. Onze ziel bewaren, omdat Hij stierf in de hel van Golgotha.
Zelfs mijn uitgaan - uitgaan uit dit leven, zal Hij bewaren. En mijn ingaan - ingaan in de stad van God zal Hij bewaren.
Van nu aan, tot in eeuwigheid.
Met deze God kun je heel erg goed leven, met Hem kun je heel er goed sterven. Hij bewaart je ziel. Hij bewaart je uitgaan en je ingaan tot in eeuwigheid.
Mijn hulp is gelukkig van de Heere, Die hemel en aarde gemaakt heeft.