23 september: De schreeuw uit de diepte
- Nieuws
- 23 september: De schreeuw uit de diepte
Muziek rond het thema van de meditatie “De schreeuw uit de diepte” naar aanleiding van Psalm 130, verzorgd door Andries Knevel. Presentatie Remco Hakkert
foto: EO
Groot Nieuws
Playlist:
1) Juich aarde, juich alom de Heer, Psalm 100:1,2,3 en 4
2) O hoogt’ en diepte, looft nu God, Gez. 177: 1,4,5 en 6
3) Mijn God waarom, naar Psalm 22
4) Ga niet alleen door ’t leven, Joh. de Heer 53
5) Neem mijn leven, laat het Heer, Joh. de Heer 134
6) Loof de Koning, heel mijn wezen, Gez. 460:1,3 en 5
7) Uit diepten van ellenden, Psalm 130: 1,2,3 en 4
8) Ambrosiaans lofgezang, Opw. 7
9) Prijs Uw God en Koning, geen bundel
10)Hoe kom ik van zonde vrij, Opw. 413
11)Komt, heffen wij een lofzang aan, Gez. 63
12)Breng dank aan de Eeuwige, Opw. 331
Meditatietekst
Over Psalm 130:
De Bijbel is een boek vol met menselijke emoties. Mooi is dat, dat je jezelf kunt terugzien in de Bijbel.
Wanneer je blij bent, wanneer je verdriet hebt, wanneer je pijn hebt, wanneer, noemt u maar op. Je komt het allemaal in de Bijbel tegen. Ook wanneer je zondigt, of wanneer je teleurgesteld bent in God. Wanneer je tot hem roept, en hij geen antwoord geeft.
Wat mooi, zeg ik weer dat God ons zo’n Bijbel heeft gegeven. Geen boek met moreel hoogstaande mensen, waarvan u denkt. Dat ben ik niet, of dat haal ik nooit. Maar een boek met gewone mensen in hun relatie met God.
Een boek ook dat de rauwheid van het menselijk bestaan kent. En er ook niet voor weg loopt.
Zo’n tekst is de tekst van vanmorgen. De dichter zit in grote problemen. Welke die zijn, weten we niet, maar iedereen kan zich daar wel iets bij voorstellen. En vanuit die diepte, gaat hij tot God roepen. Nee, hij gaat niet roepen, hij gaat schreeuwen. Luister toch naar mijn smekingen God. Hoor naar mijn stem. Ik schreeuw tot U.
Wie de dichter is, weten we niet. Wel dat hij een diepe relatie met God heeft, want hij schreeuwt het naar God uit.
Hij schreeuwt niet in het wilde weg. Het is geen schreeuw zonder adres, maar het is een schreeuw naar de hemel. Naar God. Ik roep tot U Here!
Kent u dat? De schreeuwen naar de hemel?
Het kan zijn dat we denken dat we dat niet zomaar kunnen doen. Maar deze psalm laat anders zien. We mogen schreeuwen.
Misschien zit u op dit moment wel in de diepte.
Dat kan van alles zijn. Misschien bent u wel ernstig ziek en wilt u schreeuwen. Misschien heeft u een zieke partner.
Misschien heeft u problemen met uw kinderen. Of heeft u zorgen om uw kinderen. Misschien ziet u het leven wel helemaal niet meer zitten. En heeft u iedere morgen weer moeite met opstaan, omdat u eigenlijk helemaal niet wilt opstaan. Misschien. Ach er zijn zoveel moeilijke omstandigheden. We ervaren het allemaal aan den lijve.
En wat is dan je adres? Tegen wie ga je schreeuwen.
Is het een stem in de ruimte of een stem naar God?
De dichter van Psalm 130 wist het. Ik roep tot U o Here.
En waar zit hij dan mee? Ook met zijn zonde.
Zullen we even bij dat woord stilstaan?
In de Bijbelse taal betekent het woord zonde eigenlijk: Het doel missen.
En u weet wat het doel van uw en van mijn leven is: leven tot eer van God en tot heil van de naaste.
Gij zult de Here uw God liefhebben met geheel uw hart, met uw ziel, uw kracht en uw verstand en de naaste als uzelf.
Redt u dat? Lukt dat U?
Ja, jezelf lief hebben dat gaat vaak nog wel, alhoewel dat voor sommige mensen ook best moeilijk is.
Maar je naaste als jezelf?
En God liefhebben, met alles wat in je is?
En dus ook zijn heilzame geboden doen?
Als ik heel eerlijk ben, lukt dat mij niet. Ik faal. Mijn liefde voor God en mijn naaste schiet tekort.
En ook als ik niet als een beest leef, en ik denk dat u dat ook niet doet, kan je je heel zondig voelen.
Want de zonde zit meer aan de binnenkant dan de buitenkant.
En daarom zegt de dichter: als u dat allemaal ziet, Here, wie zal bestaan? Of wie houdt dan stand?
Het is een retorische vraag, maar we weten het antwoord. Niemand.
Niemand kan voor God bestaan.
Misschien hebben we de neiging om maar snel naar de volgende tekst over te gaan. Dat is ook een geweldige tekst. Maar, ho, niet te snel. Want anders wordt de vergeving iets oppervlakkigs.
Wie kan bestaan? Daar denken we even over na.
En dan zegt de dichter: Bij U is vergeving.
Ja, het staat er zo eenvoudig. Bij U is vergeving! Maar is dit nu niet het grote wonder van de Bijbel, en het grote wonder van God met ons.
Opvallend is dat deze tekst in het Oude Testament wordt uitgesproken. De dichter wist nog niets van de komst van Christus en zijn verzoenend bloed, maar toch zegt hij het hier onbekommerd. Bij U is vergeving.
Wat een mooie tekst. Wat een bemoediging voor mensen die worstelen met hun zonden en met hun ongerechtigheden. En geldt dat niet ons allemaal?
Het staat er zo eenvoudig. Bij U is vergeving. Maar wat was er veel voor nodig. Christus kwam op aarde om zijn leven te geven voor mensen die verzoening en vergeving nodig hebben, maar zelfs niet naar hem vroegen.
Genade en vergeving, ach het zijn zulke mooie Bijbelse woorden.
Mijn vraag is daarom: leeft u daaruit? Heeft u die wonderlijke ervaring mogen hebben, dat uw zonden zijn vergeven door het bloed van het Lam?
En niet een keer, maar telkens weer als u als een verloren zondaar tot hem kwam.
En waarom is er vergeving?
Deze dichter zegt: Opdat Gij gevreesd wordt.
Dat woord vrees is geen bang-maak woord. In ons taalgebruik associëren we vrees vaak met angst.
In de Bijbel is het anders: daar drukt het woord vrees, ontzag uit. Ontzag voor God, omdat hij de grote en heilige God is, voor wie de zonde niet kan bestaan.
En daarom kan er alleen maar die vreze des Heren zijn, als we de vergeving van de zonden mochten ontvangen.
Maar als we die dan ook mochten ontvangen dan mag er ook die kinderlijke toewending naar God zijn. De vreze des Heeren, opdat Gij gevreesd wordt.
Het is een volle tekst vandaag. Maar het is ook een prachtige tekst. Het is een tekst over Jezus, diep in het Oude Testament.
En ach, als de dichter dat allemaal beleefd heeft, ja dan is er het verlangen naar meer. Ik zie uit naar de Here, zegt hij, meer dan wachters op de morgen.
En, vervolgt hij: Israël hope op de Here, want bij hem is veel goedertierenheid.
Hij kan het niet meer voor zichzelf houden. Hij verlangt naar meer van de Geest en hij hoopt dat zijn naasten ook de Here gaan dienen.
Zo eindigt deze psalm, die begint in de diepte, met een lofzang op de genade van God en met de diepe wens dat veel meer mensen zo God leren kennen.
Wat mooi dat er zulke Psalmen in de Bijbel staan.