Groot Nieuws
EO

11 juli: Heen en weer

foto: Kees Brouwerfoto: Kees Brouwer
  1. Nieuwschevron right
  2. 11 juli: Heen en weer

De meditatie is deze zondagmorgen van dominee Kees Brouwer. Hij is predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Maarssen. Het tekstgedeelte voor de meditatie is Handelingen 8: 39 en het thema heeft de titel: Heen en weer.
Presentatie: Andries Knevel

Groot Nieuws

foto: Kees Brouwer

Kees Brouwer

Muziekgegevens

1) Psalm 103 ‘Loof, loof den Heer, mijn ziel, met alle krachten’, Oude Berijming 1773

2) De vreugde voert ons naar dit huis, Lied 240 LvdK ‘13

3) Grijp toch de kansen, Lied 166 Joh. de Heer

4) Zoveel groter is Uw liefde, Geen bundel

5) Psalm 139 ‘Heer, die mij ziet zoals ik ben, Nieuwe Berijming 1967

6) Veilig in Jezus’ armen, Lied 523 Joh. de Heer

7) Vaders Huis, Geen bundel

8) Psalm 87 ‘Zijn grondslag, Zijn onwrikb’re vastigheden’, Oude Berijming 1773

9) Vaste Rots van mijn behoud, Gezang 174 NH-Bundel

10) God enkel licht, Lied 449 LvdK ‘13

11) Lof zij God in de hoogste troon, Gezang 213 LvdK ‘73

12) Hij is verheerlijkt, Lied 349 Opw.

Meditatie

Daar zit je dan… eenzaam – alleen – ja, teleurgesteld.
Vol hoop en enthousiasme ben je van huis vertrokken en op reis gegaan.
Maar de reis is zo anders verlopen dan je had verwacht.

Ja, de stad die je hebt bezocht – die was mooi. Het was er bruisend en levendig. En wanneer je om je heen keek, was er genoeg te zien en genoeg te genieten. De stad die indrukwekkend gebouwd is. Er zijn genoeg imposante gebouwen te bewonderen.

Maar het bezoek aan de tempel – het huis van de God van Israël – was op een teleurstelling uitgelopen.
Dat bezoek had nog wel het hoogtepunt van de reis moeten worden.
Het hele idee achter de reis was immers om daar in Jeruzalem God te aanbidden.
Daarom was deze man op weg gegaan. Daarom heeft deze man, die lange reis gemaakt.

De tempel – het gebouw – hij heeft het vast wel gezien en bewonderd. Maar dicht bij God heeft hij daar niet kunnen komen. Want wanneer wij deze reislustige man tegenkomen in Handelingen 8 wordt hij daar door de schrijver met twee woorden aan ons voorgesteld. De man is een Ethiopiër en de man wordt een eunuch genoemd. Een Ethiopiër dus… in het licht van het boek Handelingen ben ik geneigd om dat te lezen als ‘iemand die van buiten komt.’ Iemand dus die niet behoort tot het volk van de Joden. In de taal van de Bijbel ‘een heiden’ - een buitenstaander.

Voor wat betreft een tempelbezoek gold dat ook letterlijk.
Misschien weet u wel dat de tempel in Bijbelse tijden een enorm complex moet zijn geweest. Het was niet één enkel gebouw. Nee, het tempelcomplex werd gevormd door een aantal bouwwerken met daaromheen een aantal pleinen en overdekte zuilengangen. Deze pleinen, gangen en gebouwen waren niet zomaar voor iedereen vrij toegankelijk. Je zou kunnen zeggen het is net als in de grotere complexen die we vandaag de dag kennen. Denk bijvoorbeeld aan een ziekenhuis. Daar heeft u vast ook wel eens die bordjes zien hangen: ‘verboden toegang voor onbevoegden’ of wat meer positief geformuleerd ‘alleen toegankelijk voor personeel’. Dat gold ook van het tempelcomplex. Niet iedereen mocht zomaar overal komen. De eigenlijke gebouwen waren alleen bedoeld voor mensen van Joodse komaf. Als heiden bleef je dus op afstand.
Als heiden mocht je je enkel op het buitenplein – de zogenaamde voorhof – begeven. Je moest trouwens ook niet proberen om toch stiekem verder te gaan. De bordjes in de tempel waren minder vriendelijk dan die bordjes in het ziekenhuis. Op de muur die de grens aangaf tot waar je als heiden mocht komen, was het volgende te lezen: ‘Verboden voor niet-joden. Geen vreemdeling mag binnen de omheining gaan rond het heiligdom. Wie toch verder gaat, zal dit met de dood bekopen.’

Dat onze reiziger een Ethiopiër is – een heiden - zet hem in zijn verlangen God te willen aanbidden dus op afstand. Daarbij is hij een eunuch. Netjes gezegd kan je dit omschrijven als ‘een man zonder geslacht.’ Door een ingreep op jonge leeftijd functioneerden bij een eunuch de geslachtsklieren niet meer. Nakomelingen verwekken was hierdoor biologisch gezien onmogelijk geworden. Dit werd gedaan omdat aan deze personen vaak de persoonlijke bescherming van hooggeplaatste vrouwen werd toevertrouwd. De relatie tussen de beschermer en de beschermeling kon vrij intensief zijn op allerlei gebied. Maar doordat een eunuch geen nakomelingen kon verwekken, bood hij zijn heerser geen concurrentie. Zelfs niet wanneer de band tussen beschermer en beschermeling te intiem zou zijn geweest.

Dat onze reiziger een man is zonder geslacht, zet hem tijdens zijn tempelbezoek nog meer op afstand. Want van hen wordt in de Bijbel onomwonden gezegd ‘zij mogen niet deelnemen aan de dienst van de Heer.’ Dus ja, heengegaan naar Jeruzalem met een verlangen om God te aanbidden. Maar als de routeplanner aangeeft ‘u bent aangekomen op de plaats van bestemming’ springen alle spreekwoordelijke signalen op rood! ‘Niet welkom,’ luidt de boodschap.

Voelt u iets mee van de eenzaamheid – het je alleen voelen – ja, het teleurgesteld zijn waarmee ik begon?

En toch … toch lezen we in Handelingen 8 vers 39 van déze man dat hij dit gevoelen niet heeft meegenomen naar huis. Want daar lees je ‘en hij vervolgde zijn weg vol vreugde.’

Wat is er nu veranderd? Wat maakt die ommekeer?
Hij is nog steeds Ethiopiër. Hij is nog steeds een eunuch.
En nog steeds geldt het dat zijn missie om God te aanbidden niet is gelukt.
Hij is er niet in geslaagd God op te zoeken.

Maar weet u wat zo mooi is. God heeft de rollen omgekeerd.
Daar waar onze reisgenoot noodgedwongen op afstand moest blijven, zoekt God hem op! Door Geest en door Woord komt God dichtbij. In de persoon van Filippus komt Hij als het ware bij hem zitten. Met een bekend kinderliedje zou ik willen zeggen ‘dichterbijer kan haast niet.’ De Here stapt zelf het leven van onze reisgenoot binnen. Hoe? Door het spreken over Jezus. Door te laten zien hoe in Hem en door Hem de muren die wij mensen hebben opgetrokken, verdwijnen. De scheidsmuur, de muur die scheiding maakt tussen mensen onderling en tussen mens en God heeft Hij afgebroken. Hij heeft vrede – shalom – heelheid gebracht.

Dat doet Hij – Jezus – op zo’n manier dat iets verderop in die boekrol van Jesaja die onze reisgenoot in handen heeft – zijn naam wordt genoemd. Daar lees je: ‘Want dit zegt de HEER: De eunuch die mijn sabbat in acht neemt, die keuzes maakt naar mijn wil, die vasthoudt aan mijn verbond, hem geef ik iets beters dan zonen en dochters. Ik geef hem een gedenkteken en een naam in mijn tempel en binnen de muren van mijn stad. Ik geef hem een eeuwige naam, een naam die onvergankelijk is.’

Lieve luisteraar, misschien voelt u wel mee met die reiziger. Misschien herkent u wel iets in hem qua eenzaamheid, qua alleen zijn, qua teleurstelling als het gaat om de ontmoeting met de Here. Ik hoop en ik bid u en jou toe dat dit moment van luisteren vanmorgen ervaren mag worden als zo’n moment van instappen – zo’n moment van langszij komen van de Here. Dat je merken mag. De Heer, Hij ziet mij. Hij heeft mij in het oog. Zodat ook voor onze dag vandaag mag gelden: ‘en zie, zij vervolgden hun weg vol van vreugde.’