2 december: Immanuël, God met ons
- Nieuws
- 2 december: Immanuël, God met ons
De meditatie op deze eerste advent, wordt verzorgd door ds. D.J.T. Hoogenboom, predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Utrecht West. Thema: Immanuël, God met ons (Mattheus 1:18-24)
Groot Nieuws
Muziekgegevens
1) ‘k Zal dan gedurig bij U zijn, Psalm 73: 12 en 13
2) O Jezus, hoe vertrouwd en goed. LvdK Gez. 446:1,2,3 en 7
3) U bent alles Heer, geen bundel
4) Ik bouw op U, Opw. 124
5) Verlosser, Vriend, o hoop, o lust, LvdK Gez. 452
6) Niet ons, o Heer, niet ons, uw naam alleen,NHB Psalm 115: 1, 5 en 6
7) Blijf mij nabij, wanneer het duister valt, LvdK Gez. 392:1,3 en 5
8) Ik vertrouw op U, Opw. 519
9) O, Heer Jezus kom, geen bundel
10)Kom tot uw Heiland, Joh. de heer 210
11)Ik buig neer, geen bundel
Meditatietekst
Ik lees met u Mattheus 1, 18-24:
18 De geboorte van Jezus Christus was nu als volgt. Terwijl Maria, Zijn moeder, met Jozef in ondertrouw was, bleek zij, nog voordat zij samengekomen waren, zwanger te zijn uit de Heilige Geest. 19 Jozef, haar man, wilde haar onopgemerkt verlaten, omdat hij rechtvaardig was en haar niet in het openbaar te schande wilde maken. 20 Terwijl hij deze dingen overwoog, zie, een engel van de Heere verscheen hem in een droom en zei: Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest; 21 en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. 22 Dit alles is geschied opdat vervuld werd wat door de Heere gesproken is door de profeet, toen hij zei: 23 Zie, de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en u zult Hem de Naam Immanuel geven; vertaald betekent dat: God met ons. 24 Toen Jozef uit de slaap ontwaakt was, deed hij zoals de engel van de Heere hem bevolen had, en hij nam zijn vrouw bij zich;
Immanuel
Twee kleine volken sluiten een verbond tegen een ander volk. En het land Juda wordt uitgenodigd mee te doen. Maar Juda weigert. De koning van Juda wil niet. Het leger van die twee kleine volken - toch een machtig leger - trekt op tegen Jeruzalem om de koning te dwingen.
Dan slaat de angst de koning van Juda om het hart. Er staat in de Bijbel,
Toen (…) beefde zijn hart en het hart van zijn volk, zoals de bomen in het woud beven voor de wind. (Jes 7, 2)
Maar daar komt de profeet Jesaja bij de koning met een boodschap van God:
Beheers uzelf, blijf rustig, wees niet bevreesd, laat uw hart niet week worden voor die twee rokende stukken brandhout (…). (Jes 7, 4)
Want wat ze van plan zijn
Dat zal niet bestaan en dat zal niet gebeuren! (Jes 7, 7)
Zo'n profeet heeft mooi praten, maar wie gelooft het? De koning gelooft het in elk geval niet. 'Vraag dan in Gods naam een teken,' zegt de profeet tegen hem. De koning weigert dat, heel vroom en heel bang. De profeet wordt kwaad:
Luister toch, huis van David, is het u niet genoeg mensen te vermoeien, dat u ook mijn God vermoeit? Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven. (…) voordat de jongen in staat is het kwade te verwerpen en het goede te kiezen, zal het land verlaten zijn, namelijk het land van de twee koningen voor wie u in angst verkeert. (Jes 7, 13-16)
De koning gelooft het niet.
Is er dan geen één, die op God vertrouwt?
Ergens in Jeruzalem, in een smal straatje woont een jonge vrouw. Zij verwacht een kind. De buren zeggen niets tegen haar. Onder elkaar praten ze er des te meer over: arm kind, afschuwelijk om nu een kind te verwachten! De vijand staat voor de poort! Het kind wordt geboren onder het wapengekletter rondom Jeruzalem. Het is een jongetje. De buren durven niet te gaan feliciteren. Eén is er, die het ten slotte waagt … tot haar stomme verbazing ziet ze de jonge moeder met het kind in haar armen met een dankbare glimlach op bed liggen. Als ze vraagt, hoe het kind heet, zegt een gelukkige moeder: Immanuël, God-met-ons!
Eén is er dus, die gelooft wat de profeet zei en het met God waagt.
Jezus
Eeuwen later is er weer een jonge vrouw die een kind verwacht: Maria. Het leven van haar verloofde, Jozef, is daardoor een puinhoop. Hij begrijpt er niets van, zij zijn nog nooit met elkaar naar bed geweest. Het kind moet dus van een ander zijn.
Jozef is een vroom mens maar nu denkt hij er over even niet naar Gods wet te handelen. Maria pleegde overspel en volgens de wet moet zij dus worden gestenigd of verbannen. Maar daarvoor houdt hij te veel van haar. Die schande wil hij haar niet aandoen. Hij zal stil weggaan en ergens anders werk zoeken. Dan zal men over hém schande spreken en Maria kan met het kind terug naar haar ouders.
Dan komt er een engel bij Jozef, een boodschapper van God.
Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest; en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. (Matth 1, 20-21)
Jozef wordt wakker. Wat moet hij? Hij praat met zijn vader, die verklaart hem voor gek. Je wilt het Jezus noemen? De hele familie te schande maken en dan het kind ‘God verlost’ noemen. Maar God is blijkbaar niet bij ons.
Is er dan geen één die op God vertrouwt?
Dan wordt er het kind geboren. Een stralende Jozef neemt het in zijn armen. Ik noem jou Jezus, mijn zoon. Jij bent God-met-ons.
Eén is er, die het gelooft en het met God waagt.
U
2000 jaar later is er opnieuw enorme onzekerheid. De spanning rond klimaat en in de politiek neemt toe. De houding van mensen wordt steeds cynischer. Het is in deze, ónze tijd dat we de woorden van Mattheus lezen: God kwam in Jezus bij ons.
Het is zo moeilijk om in deze tijd op God te vertrouwen. Wij kunnen Hem niet zien, niet bewijzen, wij merken zo weinig van zijn macht en zorg, en wie ervaart Zijn nabijheid? God is zo ver weg. Wij moeten het zelf uitzoeken.
Is er dan geen één die op God vertrouwt?
Of gelooft u net als die moeder, net als Jozef tegen alles in het Woord van God en waagt u het met Hem?