Friese vader Eppo

De enige Friese Eppo die we terugvinden is Eppo Wieringa, in 1915 geboren in Harlingen. Hij is gaan varen en had zijn eigen schip: De Dankbaarheid. We komen in contact met zijn schoondochter Fennie: "Ik heb geen idee of hij daarvoor op de SEAM 16 heeft gevaren, maar het zou natuurlijk kunnen. We komen in ieder geval graag met je in contact, Sjaan, en we staan open voor een DNA-test!" Beluister de fragmenten hieronder voor het hele verhaal.

Een week later heeft Sjaan veelvuldig contact gehad met de familie Wieringa. Ze twijfelen toch of hun Eppo wel de juiste is: "Hij is in die tijd nooit lang weggeweest van zijn vrouw, dus op een binnenvaartschip naar Duitsland varen lijkt ze onwaarschijnlijk." Dus blijft Sjaan ondertussen ook verder zoeken: "Ik hoef geen vader, broers of zussen, maar ik wil gewoon mijn afkomst weten..."

Het verhaal
Sjaan zoekt al sinds haar 19e naar haar biologische vader Eppo: “Al noem ik hem meestal mijn verwekker, hij is nooit een vader voor mij geweest.” Sjaans opa, Adriaan van de Kieboom, was in 1947 kapitein op binnenvaartschip SEAM 16 dat kolen vervoerde van Rotterdam naar het Ruhrgebied: “Zo heeft mijn moeder, Adriana (roepnaam Sjaan/Jaantje) van de Kieboom, deze Eppo leren kennen. Maar dat weet ik pas sinds ik in ondertrouw ging en hoorde dat mijn vader niet mijn vader was. Dat was een verschrikkelijke mededeling! Toen ik er thuis naar vroeg, wist mijn moeder zich na veel doorvragen alleen nog de naam Eppo te herinneren.”

Van een oom die ook op het schip werkte hoort Sjaan dat Eppo uit Friesland moet komen: “Als kind was ik hartstikke blond, waarschijnlijk heb ik dat van hem. Toen vroeg men al of ik uit Friesland kwam, maar daar wist ik toen natuurlijk nog niks van.” Wat ook opvallend is: Sjaan mist een aantal vingers en tenen: “Aan de ene hand heb ik vier vingers en aan de andere drie. In de sauna in Dordrecht werd er een keer door een meisje gevraagd hoe dat kwam, want haar broer had dat ook. ‘Wij komen uit Friesland en daar komt dat vaak voor’, zei ze toen. Vind je dat geen vreemd verhaal? Ik wist niet wat ik ervan denken moest.”

Nu hoopt Sjaan eindelijk duidelijkheid te krijgen over haar vader: “Hij schijnt nog bij ons aan de deur te hebben gestaan aan de Hillevliet in Rotterdam ergens na 1954. Dus deze Eppo was wel nieuwsgierig naar mij. Maar ik denk niet dat mijn moeder van hem hield...” Sjaan hoopt dat iemand meer kan vertellen: “Schippers van vroeger weten altijd alles van elkaar, toch? Dus wie weet kan iemand helpen.”

Aanknopingspunten:
* vader/verwekker Eppo (achternaam onbekend) en zijn mogelijke kinderen
* Eppo is waarschijnlijk geboren eind jaren 20
* hij werkte in 1947 als matroos op binnenvaartschip SEAM 16
* de kapitein van dit schip was Adriaan van den Kieboom
* het schip vervoerde kolen van Rotterdam naar het Ruhrgebied in Duitsland
* aan boord werkte ook Cor van den Kieboom
* Eppo was woonachtig in Friesland
* hij had in 1947 een (kortstondige) relatie met Adriana (roepnaam: Sjaan en/of Jaantje) van den Kieboom
* hier is een kind uit voort gekomen
* het kind mist enkele vingers en tenen, mogelijk houdt dit verband met vader Eppo
* Sjaan is later, in 1950, getrouwd met meneer C.J. Koekkoek