Artiest

Cat Stevens - Biografie

  1. Artiestenchevron right
  2. Cat Stevens
Er zijn maar weinig mensen ter wereld die bewust afscheid nemen van een succesvolle carrière om zich volledig te kunnen inzetten voor hun geloof, liefdadigheid en de wereldvrede. Cat Stevens is zo’n man. Als wereldberoemd popartiest verruilde hij in 1977 zijn gitaar en populariteit voor een relatief anoniem en spiritueel leven in teken van de koran. Maar in de ogen van het grote publiek is Cat Stevens nog altijd de beroemde zanger van onvergetelijke wereldhits als 'Lady d’Arbanville', 'Morning Has Broken' en 'Father And Son'.

Restaurant 

Cat Stevens wordt op 21 juli 1948 in Londen geboren als Steven Demetre Georgiou. Hij is het jongste kind van een Grieks Cypriotische vader en een Zweedse moeder, die uitbaters zijn van het restaurant Moulin Rouge nabij West End. Het gezin woont boven het restaurant en blijft daar ook wonen als vader en moeder van elkaar scheiden. De kleine Steven gaat naar de katholieke school in leert zichzelf thuis piano spelen.

Op 15-jarige leeftijd krijgt hij van zijn vader een gitaar, waarmee hij zich vaak terugtrekt op het dak van het ouderlijke huis en daar liedjes naspeelt van zijn favoriete popgroep The Beatles. Op de middelbare school behaalt Steven uitsluitend slechte cijfers behalve met de creatieve vakken. Hij wordt ‘the artist boy’ genoemd en volgt op de Hammersmith School of Art een opleiding tot cartoonist, iets wat hem later goed van pas komt bij het maken van tekeningen voor zijn eigen elpeehoezen. In zijn vrije tijd treedt hij als Steve Adams met zijn gitaar op in lokale bars en koffiehuizen.

Tuberculose

Op aanraden van een vriendin – die vindt dat hij de donkere ogen van een kat heeft - verandert Steven zijn artiestennaam in Cat Stevens. Hij begint eigen liedjes te schrijven . Dat trekt de aandacht van Mike Hurst, ooit samen met Tom en Dusty Springfield lid van het Britse trio The Springfields. Hurst helpt hem aan een platencontract met Deram Records, waarna Cat Stevens in september 1966 zijn eerste single 'I Love My Dog' uitbrengt. Dit typisch jaren ’60 Britse popliedje levert hem direct een hoge notering op in de Britse hitlijsten.

Ook de volgende singles 'Matthew And Son' en 'I’m Gonna Get Me A Gun' worden grote hits waarna de dan 18-jarige Cat Stevens als kersvers tieneridool door Engeland toert met onder anderen Jimi Hendrix en Engelbert Humperdinck. Ondertussen schrijft hij ook hits voor andere artiesten zoals de Amerikaanse zangeres P.P. Arnold ('The First Cut Is The Deepest') en The Tremeloes ('Here Comes My Baby'). Aan dit alles komt een abrupt einde wanneer Cat tuberculose krijgt, ernstig ziek wordt en ternauwernood aan de dood ontsnapt.

Volwassen

Tijdens zijn lange verblijf in het ziekenhuis heeft Cat alle tijd om goed na te denken over zijn leven. Hij houdt zich bezig met meditatie en yoga, verdiept zich in diverse religieuze stromingen en besluit vegetariër te worden. In 1970 keert de volledig herstelde Cat Stevens terug aan het muziekfront. De jaren ’60 tienerpop heeft bij hem plaatsgemaakt voor een volwassen geluid dat is gebaseerd op akoestische rock- en folkmuziek. Met hulp van producer Paul Samwell-Smith (ex-The Yardbirds) en gitarist Alun Davies neemt Cat zijn LP Mona Bone Jakon op.

De plaat verschijnt in de zomer van 1970 via Island Records en wordt een groot succes, mede dankzij het liedje dat Cat heeft geschreven voor zijn ex-vriendin Patti d’Arbanville. Het vormt de opmaat voor een serie van succesvolle hits en elpees waaronder Tea For The Tillerman (1970; met de hits 'Wild World' en 'Father And Son'), Teaser And The Firecat (1971; met 'Morning Has Broken' en 'Peace Train'), Catch Bull At Four (1972; met 'Sitting'), Buddha And The Chocolate Box (1974; met 'Oh Very Young'), Numbers (1975; met 'Banapple Gas') en Izitso (1977; met 'Remember The Days Of The Old School Yard').

Moslim

Wanneer Cat Stevens tijdens het zwemmen in een onrustige zee bijna verdrinkt, besluit hij zijn leven als gevierd popster drastisch te beëindigen. Hij wordt moslim, verandert zijn naam in Yusuf Islam en leidt een teruggetrokken bestaan met zijn vrouw en vijf kinderen. In de jaren die volgen laat Yusuf slechts sporadisch van zich horen. Zoals in 1999 wanneer hij Small Kindness opricht, een organisatie die zich inzet voor jonge slachtoffertjes van oorlog en geweld in Afrika, Irak, Indonesië en voormalig Joegoslavië.

Na enkele onhandige uitspraken veroordeelt Yusuf in 2001 als één van de eerste bekende moslims de terroristische aanslagen in Amerika. Tijdens het benefietconcert voor de nabestaanden zingt hij in een videoboodschap het nummer 'Peace Train'. Nog datzelfde jaar wordt Yusuf lid van het Forum Against Islamophobia And Racism, een Britse organisatie die zich keert tegen elke vorm van racisme en haat tegen de islam.

Musical

Na een gezamenlijk optreden met Peter Gabriel tijdens het Nelson Mandela 46664 Concert neemt Yusuf in 2004 met zanger Ronan Keating van Boyzone voor het goede doel een nieuwe versie op van Father And Son, waarmee het duo een onverwachte grote hit in Engeland weet te scoren.  In 2006 brengt hij voor het eerst sinds 28 jaar weer een nieuw Engelstalig album uit genaamd An Other Cup. Als artiest staat op het album vermeldt: ‘Yusuf, the artist formerly known as Cat Stevens’.

Drie jaar later verschijnt zijn volgende Engelstalige album Roadsinger, waarna hij zijn opwachting maakt in allerlei Amerikaanse tv-shows. In 2011 toert Yusuf door Europa waarbij hij ook ons land aandoet voor een concert in Ahoy’ Rotterdam. In 2012 beleeft de musical Moonshadow haar première in het Princess Theatre in Melbourne, een voorstelling die is gebaseerd op de liedjes en het leven van Steven Demetre Georgiou alias Cat Stevens alias Yusuf. “You can argue with a philosopher, but you can’t argue with a good song. And I think I’ve got a few good songs.”